Tablet

Wat ik nou weer bij het petunia’s wieden aantref. Een hele kleitablet!

De voorzijde leest: DI-ru3-ka, zoon van DI-ru3-ka, {zoon van} DI-ru3-ka, broeder van tu-NIS2 van PU-[ur]-ma4-RE-en-du1-um, betuigt hierbij {z}ijn [onkunde] in […] schrijven(?) van spijker[schrift].

De achterzijde is een beetje enigmatisch: bovenaan staat ta-rabbu-KI7-ku-rum, wat zoiets betekent als “prut-amfibie”. Het woord eronder is nog onduidelijker; ik kan er niets beters van maken dan “tjilp dit”. Zal wel iets mythisch wezen.

Kern me!

Voor de typonerds onder ons (ja, jij daar): test uw esthoptisch vermogen in dit kerning*-spelletje!

* Kerning, in het Nederlands ook ‘overhang‘ of ‘aan-/afspatiëring‘ genoemd: het aanpassen van de onderlinge afstand tussen letters zodat ze prettig voor het oog staan. Zo staat er in het eerste NAVY hieronder veels te veel witruimte tussen de A en de V. Typografen houden pas op met trillen als het eruitziet zoals in de tweede versie.

(via Boing Boing)

Skwerl

Wjo Amsterdam. Ol mooi ste scheve ahl – ej jonge jonge je we a-a-a-a-a-aáal kleine broekie wie ze te spele. Met zo’n klein bril zo jijl zitte te klote, gobe. Wat je krijgt, op gémoment ko ste schote, kijk wat die ah-jonges met die kleine, pijpekoppe kon je wo op-op-op opgese, opge, opgespoten gebied.

Oftewel:

(Want deze kende u nog.)

Canto Ostinato

Aanstaand weekend is alweer de vierde keer dat er in het Orgelpark te Amsterdam het Min of Meer Minimal-evenement wordt gehouden, met werk van gebruikelijke verdachten als Philip Glass, Steve Reich (blijkt vandaag jarig te zijn), Terry Riley, Arvo Pärt en aanverwanten. Erezetel krijgt traditiegetrouw het stuk Canto Ostinato van nog altijd in leven zijnde kluizenaar-in-ruste Simeon ten Holt, uitgevoerd op orgels en piano’s. Er wordt wel een beetje erg mee gekoketteerd met die Canto de laatste tijd (zelfs Youp van ’t Hek zat in de zaal vorig jaar), maar dat doet in het geheel niets aan de schoonheid af. Bezie bijvoorbeeld eens de volgende adaptaties:

Aart Bergwerff doet zijn ding in de Dom (derwisj: Kadir Sonuk):

Oscar Alblas en kompaan doen het op vibrafoon & marimba:

Ivo Janssen doet het helemaal alleen in de Prinsentuin:

En tenslotte, de origineel bedoelde* uitvoering: vier piano’s, integraal en verder niet lull’n:

Dus! Er zijn nog kaartjes. Dankzij die reuzefijne cultuursubsidiestop van onlangs niet zo spotgoedkoop meer als voorheen, maar nog altijd alleszins betaalbaar voor zoiets prachtigs.

Update 8-10-2011: ’t Was weer schitterend (hier een verslagje van orgelliefhebber Hendrik-Jan de Wit), al heb ik met alle respect ook betere uitvoeringen bijgewoond. Een mens wordt kritisch hè.

* Dit blijkt niet helemaal te kloppen: vrijdag kregen we te horen dat de Canto Ostinato in een vroeg stadium Perpetuum heette en bedoeld was voor twee piano’s en orgel. Meneer Ten Holt heeft al die tijd geweten hoe mooi het zou klinken!

Update 18-11-2011: Ook dat klopt niet helemaal. Ik ben Het Woud en de Citadel aan het lezen, en daarin verneem ik dat het stuk niet voor orgel was bedoeld, maar dat bij de première in 1979 de vierde piano wegens budgettaire redenen een electrisch orgeltje was. “Tot grote hilariteit van het publiek.”

Erwin Olaf ontzet Leiden

Zoals ieder waarachtig Nederlander weet is het dit weekend weer Leidens Ontzet geblazen, en dit keer is het 437 jaar geleden dus extra reden tot haring. Behalve dat er bijvoorbeeld een speciale Suske en Wiske is verschenen (Het Lijdende Leiden – Willy zou trots zijn geweest) doet ook Erwin Olaf op zijn eigen karakteristieke wijze een duit in het zakje. Weer van een heel ander kaliber dan gesatureerde natuurtaferelen, maar daarom niet minder eh, dinges. Hier een greep.

De originelen zijn te bezichtigen in de Lakenhal en de Universiteitsbibliotheek, maar bij aanrading niet dit weekend, tenzij u iets met meutes hebt.

Teunis update

Afgelopen vrijdag was de opening van de Teunis Bakker-tentoonstelling. Was erg geslaagd! Zus Clara (& band) zong, vader Dirk en neef Gerard spraken, en de anekdotes en attributen om de schilderijen heen maakten het gebeuren tot een levendig geheel. Wonderlijk om je eigen ouderlijk-huisraad ineens als museumexpositie te zien. Toegegeven: de NEGER glom wel een beetje.

Voor de nader geïnteresseerden zijn er in de tussentijd een paar artikelen verschenen: eentje in het Noordhollands Dagblad, eentje op Oneindig Noord-Holland. en een in het Purmerends Nieuwsblad. Lees ze hier!

Gerard Kottmann & Dirk Bakker

Oneindig Noord Holland

Gerard

Meer updates uit 2017:

 

Adembenemend eindje vliegen

Google Earth? Hah! Hebben wij niet nodig hier op het ISS. We vliegen er gewoon zelf omheen. Heb je nog coole bliksemeffecten ook.

Let – behalve op de bliksem – onder meer op die groenige band die je aan het randje van de atmosfeer kunt zien. Dat is de zogeheten airglow, een verschijnsel verwant aan noorderlicht.

Bron: James Drake – Infinity Imagined.

ffi-ligatuur opgelost!

Herinneren wij ons deze fraaie ffi-ligatuur nog? Nee, het is ook alweer anderhalf jaar geleden dat ik erover schreef. Uit een Syrische grammatica, kwam hij. Dat het een esthetisch ding was was iedereen het wel over eens, maar identificatie van het lettertype bleef helaas uit. Dat is, tot Absent Martian de ligatuur onlangs onder de aandacht bracht van de lieden bij Dafont.com en prompt antwoord kreeg: het betreft Giraldon Bold, van Fonderie Deberny et Peignot! Dank gaat – behalve naar Absent Martian – uit naar Claude Pelletier, die het font identificeerde onder verwijzing naar dit artikel over het bibliofiele Atelier de la Cerisaie in Parijs, dat beschikt over authentiek Giraldon-loodsel, waaronder de niet-vette ligaturen:

De ffi, aldus Claude, komt alleen in de vette versie voor, getuige zijn bijgevoegde plaatje. En zie, daar heb je ‘m!

Ik ben even heel benieuwd waar hij dat plaatje vandaan heeft; mogelijk is hij in het bezit van Deberny & Peignots catalogus. Ik zal het hem vragen.* Digitaal is het lettertype namelijk alleen in light versie voorhanden, zonder ligaturen en niet vet: hier kunt u het gratis downloaden. Van de vette versie (maar ook weer zonder ligaturen) is een letterproef aanwezig in het boek Art Nouveau Display Alphabets: 100 Complete Fonts van Dan X. Solo, hier te bekijken op Google Books. Zo ziet men maar weer: als iets niet op Internet te vinden is, dan bestaat het ook niet.

Hoe dan ook: we zijn eruit. Dank, allen!

* Update: Ah, hiervandaan (pdf). Derde pagina, rechts midden en onderaan. Merci encore une fois!

JRR FTW!

Voordat Tolkiens werk in het Duits uitgegeven zou worden wilde Rütten & Loening Verlag graag even het een en ander verifiëren omtrent zijn afstamming. Dit was zijn antwoord.

Dear Sirs,

Thank you for your letter. … I regret that I am not clear as to what you intend by arisch. I am not of Aryan extraction: that is Indo-Iranian; as far as I am aware none of my ancestors spoke Hindustani, Persian, Gypsy, or any related dialects. But if I am to understand that you are enquiring whether I am of Jewish origin, I can only reply that I regret that I appear to have no ancestors of that gifted people. My great-great-grandfather came to England in the eighteenth century from Germany: the main part of my descent is therefore purely English, and I am an English subject – which should be sufficient. I have been accustomed, nonetheless, to regard my German name with pride, and continued to do so throughout the period of the late regrettable war, in which I served in the English army. I cannot, however, forbear to comment that if impertinent and irrelevant inquiries of this sort are to become the rule in matters of literature, then the time is not far distant when a German name will no longer be a source of pride.

Humphrey Carpenter, The Letters of J.R.R. Tolkien, letter #30 (25-7-1938)

Speldeprikfoto’s Deel 2a

Speldeprikfoto’s Deel 1.

Speldeprikfoto’s Deel 2.

Er zal ook even niemand ‘Joh Drablul, al je foto’s staan gespiegeld’ zeggen hè. Ik vònd het al raar, ik herinnerde me toch stellig dat ik die sneeuwfoto aan de àndere kant van de weg had genomen. En Doodemanskisten. En als u ook maar een béétje inlevend vermogen had getoond dan had u dus meteen aan die bijgeleverde metafoto gezien dat die voorste bol van het Atomium aan de rechterkant zat van waar ik stond, niet aan de linker. Néé, maar we laten Drabkikker fijn collectief een jaar lang in zijn sop gaar koken met zijn gespiegelde foto’s. Moet hij maar ruimtelijk inzicht hebben. Hè? Nou, fraai is het met u. En weet u waarom? Omdat u zonder blikken of blozen toelaat dat er dit soort bedrieglijke plaatjes op het internet staan:Overzichtelijk, toch? Lichtstralen gaan door het gaatje, boven wordt beneden, links wordt rechts, rechtopstaande F wordt 180° gedraaide F. Gedraaid, niet gespiegeld. En dus hoeft Drabkikker ook niks te ontspiegelen bij het inscannen.

Nou, en dat klopt dus niet. Ga maar eens zo staan dat u niet over de schouders van de rechtoppe F meekijkt, maar vanaf de andere kant, waar de fotograaf staat. Wat ziet? Die vuile F is van zijn eigen al gespiegeld! Vind je het gek dat de projectie spiegelloos lijkt!Daar moet toch een straf op staan, zulke moedwillige misleiding? Ga u in een hoek staan schamen, u! Mij een beetje bijkans aanzetten tot geloof in bovennatuurlijke inmenging!

Nou, ik weet het goed met u gemaakt. Jazeker. Ik douw u gewoon alle foto’s opnieuw door de strot, maar nu zo dat ze goed staan. Doe ik gewoon. En u zegt in koor: Ooh, Drabkikker, wat mooi! En wat lijken ze ineens goed! En anders gaat u zonder eten naar bed! Collectief! Helemaal bedonderd.


Speldeprikfoto’s Deel 1.

Speldeprikfoto’s Deel 2.

Teunis Bakker, kunstschilder uit de Purmer

Update 20-9-2011: artikelen!

Bezoekers van huize Drabkikker op de eilanden zal het zijn bijgebleven: de muren hangen er vol met oude schilderijen. Stillevens, portretten, vrij duistere toonzetting, vaardig uitgevoerd. Of, om een artikel uit Dagblad Tubantia van 7 oktober 1954 te citeren: Met de uiterste nauwkeurigheid, maar toch fors geschilderd, treffend van kleur, boeiend en mooi van compositie.

De maker van die schilderijen (en schetsen, aquarellen en aanverwanten) is mijn oudoom Teunis Bakker (1894-1964), geboren in Purmerend. Hij was een leerling van onder andere Antoon Derkinderen en George Breitner (van wie we nog een brief hebben liggen waarin hij Teunis enigszins berispend toespreekt over diens lesverzuim), en won prijzen met zijn werk. Veel van de attributen die hij schilderde staan nog bij ons in de huiskamer.

Hoog tijd dus dat dat werk weer eens in het openbaar tentoon wordt gesteld, vonden Teunis’ neven, beter bekend als onder andere mijn vader. Dankzij hun initiatief en inspanningen de afgelopen maanden is er daarom vanaf 17 september aanstaande in het Purmerends Museum voor het eerst in een ruime halve eeuw weer een expositie van Teunis Bakker, kunstschilder uit de Purmer. Komt allen!

Behalve portretten – o.a. nog een mooie negerkop – hangen er landschappen en stillevens. Werken in olieverf, aquarellen, pastels en tekeningen. Ze tonen Bakker als een gevoelig colorist, een schilder met een ryk palet, als een nauwkeurig tekenaar, die geen streepje te weinig of te veel zet.


Lacunes in de taal 3: hartverscheurend supergaaf

Hebben wij een woord dat de twee begrippen ‘hartverscheurend’ en ‘supergaaf’ verenigt? Friezen, jullie misschien?

Deze brieven zijn begin 20ste eeuw geschreven door ene Emma Hauck, die op haar 30ste werd opgenomen met premature dementie. Ze zijn gericht aan haar man Mark, en behelzen slechts één boodschap: Herzensschatzi komm. Komm komm komm.

Ik weet niet wat ik het eerst moet krijgen, tranen of kippevel. Ik doe het maar even allebei, denk ik.

Speldeprikfoto’s Deel 2

Speldeprikfoto’s Deel 1.

Speldeprikfoto’s Deel 2a.

Yo! Kent u 2010 nog? Zegmaar, dat jaar vóór 2011? Geeft niet hoor, is alweer lang geleden. Maar de ècht bejaarde lezertjes zullen zich misschien nog nèt herinneren dat die dekselse Drab toen van die reuzefijne kieken op zijn “web-log” (hedendaags taalgebruik voor “beat-muziek”) had geplaatst, verkregen met de allernieuwste daguerrotypische technieken. En dat zij zich sedert dien dage naarstig ontbeerd voelen alsvoege enigerlei aanvulling op nevenvermelde beeldmatige vermeienis hunner ouden mitsgaders welverdienden dag, uuaarop dat ghefluuyt deram uogalam nyemeer toe horan ist, laette staenum dat haginnan uan nestas.

Welaan dan, U hoeft niet langer te wannen in uw hoop! Want hier is, nog druipend van de donkere kamer, met echte levende wezens die zo welwillend waren vijf minuten stil te zitten (enkele trekken aan de cigaret daargelaten), spectaculaire close-ups, kalmerende natuurgezichten en bevriezingsgevaar voor eigen leven, Deel 2 van Drabkikkers onnavolgbare speldeprikfotoserie!

Update: Oh, en er waren er ook nog vier mislukt. Hierzie:

onduidelijk-1t onduidelijk-2t onduidelijk-3t onduideljik-4t

Speldeprikfoto’s Deel 1.

Speldeprikfoto’s Deel 2a.

Gulden Cactus

Ja, je léést dat nou altijd wel, dat van die Gulden Snede in zonnebloemen, waterjuffers en de Mona Lisa, maar het blijkt dus ook gewoon regelrecht te kloppen. Hier, een cactus van bij ons thuis:

Zie? Een radiale constellatie van ribben met daarop stekelclusters, hier voor de duidelijkheid aangegeven in groen respectievelijk rood:

Het aantal ribben is 13 zozuziet: een Fibonaccigetal, dus dat begint al goed. Maar de crux zit hem in de verdeling van de stekels.

Ga in het centrum van de ribben staan en zoek de stekel die er het dichtst bij ligt. Zoek dan de op-één-na dichtstbijzijnde stekel, gevolgd door de op-twee-na-dichtstbijzijnde, etcetera. Al gauw zult u merken dat u een uitwaartse spiraal linksom volgt, telkens een verder van het centrum verwijderde stekel passerend. Hieronder zijn de eerste veertien stekels aangegeven, maar u kunt het proces voor de hele cactus voortzetten:

U ziet het misschien niet meteen in die zee van getalletjes, maar wat u nu geconstrueerd heeft vertoont een consciëntieuze regelmaat. Tel maar eens het aantal ribben die u moet afleggen om van een stekel naar de volgende te komen. Precies, dat zijn er zonder uitzondering vijf. Of acht, als u via de lange kant telt. Herkent u de getallen? Jazeker: ook 5 en 8 behoren tot Fibonacci’s reeks. Deel 5 door 8 en u krijgt een benadering van de Gulden Snede. Deel 8 door 13 en u krijgt een betere.

En daar zijn we dan! De hoek tussen twee opeenvolgende stekels is telkens 5/13 van de gehele cactus, oftewel bij benadering één-guldensnedenste van een cirkel, beter bekend als de Gulden Hoek:

Voilà! Is dat nou niet wonderbaar? Goddelijke verhoudingen in je eigen plantenbak.

Waarom doet zo’n cactus dit? Simpel: het is de meest optimale verhouding tussen twee conflicterende prioriteiten: 1) zo veel mogelijk stekels op een zo klein mogelijk oppervlak; 2) zo veel mogelijk groeiruimte voor elke afzonderlijke stekel. Te veel groeiruimte en je hebt te weinig stekels, te veel stekels en je krijgt te weinig groeiruimte. De Gulden Snede geeft het beste van twee kanten.

Meer weten? Jaaa, u wilt meer weten hè, ik zie het wel. Nou, ga hier eens kijken bijvoorbeeld, of hier (met verhelderend interactief appje). Of leun eens lekker achterover en aanschouw Nature by Numbers van Cristóbal Vila [vanaf 1:40 ziet u de Gulden Hoek in actie]: