Bloginspiratiegebrek. Filmpjesgeschiedenis altijd goed als vuller. Plezier ermee.
Bloginspiratiegebrek. Filmpjesgeschiedenis altijd goed als vuller. Plezier ermee.
Deze vind ik al een half leven vreemd. Misschien ligt het grotendeels aan mijn fragmentarische muziekterminologiekennis, maar mijn wenkbrauwen gaan centimeters de lucht in als mensen de muziek van, zeg, Bill Haley en die van een Nirvana of Metallica allebei aanduiden als rock and roll.
Dit zie je vaker zo gebruikt worden en in mijn boekje is dat echt knetterweird. Bij rock and roll denk ik puur aan vetkuiven en petticoats en rijkbechroomde bolides in pasteltinten, niet aan langharige headbangers met hun wijsvinger en pink in de lucht. Dat is geen rock and roll, dat is rock. Of hard rock. Of (heavy) metal. Of metal rock. Niet rock and roll. Dat is Bill Haley. Of Buddy Holly.
Nu wordt de zaak er niet overzichtelijker op doordat Bill Haley en zijn Kometen het zelf over rock (around the clock) hebben. Maar rock and roll rock noemen vind ik lang zo bizar niet als rock rock and roll noemen.
Voor zover ik het kan overzien komt dit omdat we hier te maken hebben met een gevalletje “hoofdcategorie heeft zelfde naam als subcategorie” en daar dan verwarring tussen. Net zoals geit zowel de subcategorie “een vrouwelijke geit” als een lid van de hoofdcategorie “de diersoort geit als geheel” kan betekenen, kan rock zowel het overkoepelende genre rock aanduiden als eender welk van zijn vele subgenres, zoals rock, of metal, of rock and roll, of deathgrind of hoe jullie jongeren dat ook allemaal maar noemen met jullie skateborden.
Dus als je Nirvana rock and roll noemt, verwar je in mijn perceptie een subcategorie (rock and roll) met de hoofdcategorie (rock) die hetzelfde heet (rock) als de subcategorie (rock) waar de hoofdcategorie (rock) zijn naam (rock) aan te danken heeft. Alsof je alle geiten ongeacht geslacht bok noemt, omdat er ook geiten bestaan (grofweg de helft) die een bok zijn.
Helder? Fijn zo. Nou niet meer doen hè.
Ik blijf Rare Maten leuk vinden. Zojuist komt er eentje in mijn shufflelijst voorbijgeshuffeld die ik nog niet had:
(Puzzeldepuzzel, tellerdetel.) Okee, ik geloof dat het een twaalftellige maat is, opgedeeld in 5+7:
toem | ta | toem | ta • | ta | toem | ta • |
1 2 | 3 | 4 5 | 1 2 | 3 | 4 5 | 6 7 |
Ha, jawel hoor: een commentaarder had dit allang onder het filmpje gecommentaard.
Gaafsels.
Ja nee, ik begrijp het volkomen als u bij die titel alleen al gillend de kamer verlaat, want eerlijk is eerlijk: de Cantomoeheid (of -moordlust, geheel naar keuze) ligt zwaar op de loer bij zo’n onaflatende overdaad aan uitvoeringen. Ik denk dat er onderhand met gemak zo’n honderd versies in officiële en -euze omloop zijn en dan reken ik allerlei spontane mafketels op stationspiano’s nog niet mee. Mijn Youtube-Canto-Ostinato-afspeellijst barst in ieder geval in toenemende mate uit zijn voegen:
En ik zal niet ontkennen dat ik soms ook enige verkalking in de onderriemse regionen ervaar bij dingen als Canto Meets Jazz, fijn een stukje associatief de Canto van je af schilderen en – ik zou mezelf niet geloofd hebben als ik mezelf dit zou hebben horen vertellen als het niet de werkelijkheid was – groepsgewijs hometraineren op de Canto. Ik sluit niet geheel uit dat dit tekenen van de Eindtijd zijn. (Op zich ook wel weer eens verfrissend, daar niet van.)
Maar, zoals de zoon van mijn vader altijd pleegt te zeggen: je kunt het een kunstenaar niet aanrekenen als diens kunstuiting door anderen wordt overgehypet, en de kunstuiting puur om die reden afwijzen zou zonde zijn.
Want ik blijf het, ondanks perioden van er even hélemaal klaar mee zijn, een tof stuk vinden. En ook anno jaren 20 duiken er af en toe nog altijd mooie nieuwe glimmertjes op in de goudpan van de rivier des eh, ja jemig bedenkt u anders even zelf een metafoor. Hieronder bijvoorbeeld, met orgel van oudgediende Aart Bergwerff en zang van Wishful Singing (die u misschien wel eens heeft zien langskomen in connectie met Herman Finkers):
Er is ook een hele cd van, die tevens (in delen opgehakt – waarom dóen mensen zoiets? O ja, zodat je de cd koopt natuurlijk) op Youtube is te vinden. Hoor naast de zang ook hoe leuk dat orgel er zachtjes op los puft en sist en daarmee subtiel een onbedoeld goed uitpakkende ritmesectie aan het openingsgedeelte toevoegt. (Of dat treurig-dissonante stoomlocomotiefje aan het begin helemaal de bedoeling was durf ik niet te zeggen, maar het heeft wel iets koddigs.)
Tuurlijk, ik besef terdege, hier kun je ook hard Hu bij roepen, maar ik vind het mooi, dus puh. En als u er lekker bij wilt linoleumgutsen of onderwaterqigongen, doet u maar fijn uw ding hoor, ik ben ook weer de kwaadste niet. Smaak blijkt opmerkelijk subjectief, in dat opzicht. Behalve waar het Canto Meets Jazz betreft natuurlijk, dat is gewoon letterlijk het equivalent van de broer van mijn zus die vroeger expres door haar heen ging etterbakken als ze een liedje wilde zingen.
En als u ’m echt niet meer trekt, die Canto, dan is er altijd nog mijn afspeellijst van Steve Reichs Music for 18 Musicians!
Harmonieën, temperamenten, stemmingen, timbres, spectra, toonladders, formanten, kreeftencanons en andere fascinerende fratsen onder de motorkap van de muziek.
De meeste van deze filmpjes zijn van het kaliber 3Blue1Brown, als in “ik volg hier 80% niet van maar het boeit me alsnog de pan uit.”
Gut, blijk ik toch nog niet het hele internet uit te hebben. Ik had namelijk nog niet eerder van The Public Domain Review gehoord, u wel dan? Is een site die juweeltjes aan beeld en geluid van vroeger en nu vergaart die zich – neen! – in het publieke domein bevinden. Geweldig om in te grasduinen. Een onwillekeurige greep:
En het is weer tijd voor een ferme kledder video’s uit mijn onuitputtelijke kijkgeschiedenis! Geniet ervan en dien gerust tips in. Nieuwe toevoegingen plaats ik bovenaan. Blader tussen de verschillende pagina’s met de knopjes onderaan deze post.
Wordt het niet weer eens tijd dat ik u mijn complete filmpjeskijkgeschiedenis opdring? Ja hè. Het moet tenslotte wel een beetje leuk blijven, zo’n tweede golf. Welaan dan, pak aan dan. Met dank aan alle eventuele tipgevers in verleden, heden en toekomst. Hou u goed, gezellig en gezond!
Net als de vorige keer zal ik verse aanwinsten bovenaan toevoegen, en om te voorkomen dat uw computer smelt de lijst in meerdere pagina’s ophakken (zie navigeerknoppen onderaan).
Och och och, wat zijn we origineel hoor. Drabkikker componeert een ronduit epische orgelcompositie en meneertje Philip Glass jat meteen de hele boel bij elkaar. “Verloren manuscript na 50 jaar opgedoken”, jáá. Je moeder op een houtvlot.
Meelezen? Dat ken hier.
Edit: Goed zo. Philip heeft zijn scheve plagieerschaats ingezien en de video weer van internet verwijderd. Nou, dat siert hem. Niet meer doen hè. Hier nog een overgebleven stukje impressie:
Enfin. Hier dan mijn laatste doorbraak: Muziek In Acht Delen Maar Dan Op Een Tempo Dat Je Er Niet Bij In Slaap Valt Zoals De Versie Van Sommige Zich Noemende Gevestigde Artiesten In de Repetitivistiek.