Ik bedoel, het is zonder meer sympathiek dat er aan de minderziende mens tegemoet wordt gekomen middels gedetailleerde tactiele reisinformatie op het perronoppervlak. Maar is het niet een beetje onhandig om zoiets dan precies bovenaan een trap te plaatsen?
Gut ja, dat hád je. Fort Boyard. Een best wel vermakelijke soortementvan avantlalettre-escaperoomspelshow op een fort in zee. Ik was even kwijt wat de herkenningsmelodie ook weer was, maar dankzij deze middeleeuwse cover moet ik herconstateren dat het best een catchy deuntje is:
En dankzij deze nog zoveelste des te meer:
Ja. Dat wordt vijfhonderd keer Schni Schna Schnappi draaien om deze wurm weer uit uw oor te krijgen.
Wie denkt alle Nederlandse woorden nu toch wel een keertje gezien te hebben, rekent buiten de scheepsterminologie. Zojuist lees ik in het boekje Nederland en zijn bewoners (een onderhoudend 19e-eeuws reisverslag door een Italiaan die ons land kwam bezoeken toen dat net een beetje zijn klompen en molens begon in te ruilen voor stoomgemalen en gaslantaarns) de term geharpuisd.
Ja joh, nee joh, tuurlijk. Harpuizen. Wat is dat nou weer dan.
Nou. Gelukkig biedt encyclo.nl uitkomst. Het betekent paaien.
Je knijpt toch je handen ineen dat Grote Karel indertijd zijn fijne minuskel erdoor heeft gedrukt zeg. Moet je nou toch kijken hoe mensen voor die tijd schreven. Aanschouw de cardiografische kwaliteiten van het Merovingischeschrift:
Merovingische schrijvers schreven vaak te paard. Vandaar. (Hopelijk.)
Kennelijk staat er echt iets.
Halverwege dit bericht vielen de Noormannen binnen. They are coming. Doom. Doom.
Dank aan achterachter(etc.)nicht Eliza die me op een tochtjeschriftgeschiedenis stuurde met de vraag ‘hoe zou ons schrift eruit hebben gezien als we niet op zeker moment hadden teruggegrepen op de Romeinen?’ Nou, met een beetje pech dus zo. Laten we Karel even hartelijk dankbaar wezen, en ook vooral zijn hoftypograaf Alcuinus van Oud York. (New York was toen nog niet ontdekt, zodoende.)
Stiekem heb ik trouwens dikke fascinaties voor hoe sommige talen & schriften op het randje van asemie balanceren (zie: Grasschrift) en er voor ingewijden toch in slagen betekenisdragend te blijven (zie: Deens). En in sommige Merovingische kloosters hadden ze duidelijk minder last van aardbevingen dan elders, gezien dat ze bijvoorbeeld in Luxeuil naar verhouding een soortement van leesbaar schreven:
Waar dan dus weer iemand, jazeker, een verdraaide fraai font van heeft ontworpen. Ligatuurt u lekker mee?
Luxeuilse ligaturen
fri
agrestius
Kan trouwens iemand die fantastisch rijkvoorziene maar schroomstuitelijk verouderd-geïnterfacede Medieval Writing-website naar de jaren twintig tillen?
Oh, en doe dan anders ook effe het idem uitgedaagde Comprehensive Aramaic Lexicon als u toch bezig bent. En alle andere kwaliteitsbronnen uit het vorige vicennium die ieder moment in het webvacuüm kunnen verdwijnen omdat iemand verzuimt de huur te betalen c.q. de migraineverwekkende vormgeving niet langer trekt. The Universe of Bagpipes ging hen al voor, zag ik, en dat is (geen grap) een verlies. Het internet is een wankele blokkentoren.
Ik checkte gisteravond even snel de wedstrijd Marokko-Frankrijk (puur om te kijken of ik het WK nog wel voldoende aan het boycotten was, u begrijpt) en lag in een kriek om hoe de commenteerder consistent ‘Mbappé’ uitsprak: Em-ba-péé:
Dus, ik meteen vol in de steigers van “Dat is niet hoe je geprenasaliseerde consonanten uitspreekt vriend. Kijk, dat Qongqothwane nou even oefenen is, daar kan ik inkomen. Maar dit is gewoon letterlijk dezelfde klankcombinatie als in sambal alleen dan toevallig aan het begin van een woord. Mmmmbappé. Kom op hee, doe een moeite.”
Maar, wat schertst mijn verbazing weer eens tegen de klippen op? Sommige Fransen doen het blijkbaar zelf ook:
Ja, hoor eens, op zo’n manier is het toch voor niemand meer leuk. Ik boycot weer lekker verder, zijn ze nou helemaal van lotje betoeterd.
Ik kijk een filmpje van André van Duin (waarschijnlijk in mijn algoritme verzeild omdat ik onlangs iets van Laurel & Hardy keek). Knétterflauw, maar stiekem toch grappig. En jeugdsentiment.
Ik haal de Wikipediapagina van André van Duin er eens bij (benieuwd of hij zich inderdaad zo door Stan Laurel heeft laten inspireren als sommige van zijn mimieken doen vermoeden. Spoiler: de Wikipagina zegt er niets over, maar het lijkt me zonneklaar. Dit echter terzijde.)