Nieuw! De volledige versie (of nou ja, de eerste twaalf uur dan):
En voor wie die versie wat te opgefokt-jachtig vindt, hier dan tevens in vertraagde vorm; heeft ook wel zijn charme en brengt bepaalde andere subtiliteiten aan het licht. Klinkt in eerste instantie een beetje als een stel gelobotomiseerde Laven, maar na verloop van tijd merk je dat niet meer zo:
∿ ∿ ∿
Onlangs leuk met mensen aan het ideeënwisselen geweest over electronische synthesizermuziek, en dan in het bijzonder over het fenomeen faseverschuiving (phase shifting): het geintje waarmee bijvoorbeeld Steve Reich indertijd zijn eerste schreden in de minimalistiek zette, waarbij herhaalde geluidspatronen een miniem tikkeltje met elkaar uit de pas lopen waardoor ze gaan verschuiven, met allerlei interessante niet-vantevoren-bepaalde emergente ritmes en melodieën tot gevolg.
Daar houden wij van, dus kom, ik gooi ook weer ’ns een repetitieve duit in de zak.
Het idee is supersimpel, het resultaat leuk verrassend en gevarieerd. En net effe anders dan Reich het doet/deed: in plaats van een vooropgezet vast melodietje als uitgangsblok te nemen, heb ik zes aparte tonen genomen, en die elk in hun eigen loopje gezet. Elk daarvan loopt op nét een fractie andere snelheid, waardoor de tonen met elkaar uit de pas gaan lopen. Het gevolg is dat het melodietje niet (zoals bij Reich) hetzelfde blijft, maar zelf geleidelijkaan van vorm verandert.
Voor de interessantie heb ik de boel dan nog gedubbeld in twee partijen (die sommige noten fijn pesterig een half toonhoogtetje uit elkaar spelen), dus in totaal heb je twaalf schuivende lagen:

Aan het begin van het stuk lopen de zes tonen nog droog in een trapje omhoog, dus dat klinkt vrij rechttoerechtaan:
Maar het onderlinge schuiven wordt al gauw merkbaar, en gaandeweg muteert het trapje tot de uiteenstlopende fascinaria, wisselend tussen orde en chaos en vrolijke huppeltjes en polyritmes en gekgeworden orgues de barbarie en wat niet al.
Omdat de loopjes zo miniem in lengte verschillen duurt het mogelijk meerdere leeftijden van het universum voor ze weer terug met elkaar in de pas lopen (zou ik even moeten uitrekenen), maar hier een uitknipsel van wat je na een uur of acht à negen te horen krijgt:
Ik ben er danig mee in mijn sas. Het is weer eens een leuk voorbeeld van het mij oneindig blijvende intrigerende concept “stop ergens een paar doodeenvoudige ingrediënten in en krijg er uiterst complexe en verrassende structuren voor terug”. Wat ik o.a. boeiend vind om te observeren is hoe het oor van de luisteraar (althans dat van deze hier) er patronen in wil vinden en daardoor steeds in een soort staat van alertheid blijft in anticipatie op wat er nu weer voor meebeweegbaars aan zal komen.