ş

Beste vrijwel alle mediakanalen. Ze heet Yeşilgöz. Niet Yesilgöz. Wel de ö doen omdat die lekker makkelijk op uw toetsenbord te vinden is en niet de ş omdat u geen idee heeft welke combinatie daarvoor nodig is hè? Wij hebben u wel door.

Het Parool
De Gelderlander
De Telegraaf
NOS
NRC

Kijk, als je het dan toch lui aanpakt, doe het dan tenminste consistent lui:

Welingelichte Kringen

Maar je kunt ook gewoon wél de moeite doen om een U+015F’je te gebruiken:

Trouw
De Correspondent

Zo. Tot zover mijn beroepsdeformatieve tirademomentje. Niet om u nou te lopen subliminaalzaaien op wie u vandaag (kuchNIETkuch) moet gaan staan stemmen, maar puur om uw typografisch bewustzijn weer even broodnodig af te stoffen, ja? Fijn. Diacritics matter, y’all.

(Voorts: vandaag leer ik dat Yeşilgözgroen oog’ betekent. Spoiler: nope.)

Bezoek aan de piramide van Cheops

Zus en Drab en niet de piramide van Cheops

Een bijna-twintig-jaar-oud dagboekfragment van toen jonge[re] Drab en diens vader en zus in Egypte waren:

Om 8 uur ’s ochtends mochten we het piramidenterrein op. Volledig belachelijk, om die wereldberoemde dingen in het echt te zien. En die sfinx ook, doe niet zo raar.

Het geheel aan bouwsels bevindt zich op een glooiende zandheuvel waar men via een asfaltweg op kan, of over het zand zelf natuurlijk. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat achter de heuvel de zee begon, zo veel, behalve even die piramides dan, had het geheel van een strandovergang.

Langzaamaan rond de grootste van de drie heengewandeld (Cheops) naar de ingang ervan, want daar dingen zus en ik in. Vader had niet zo veel behoefte aan de benauwde ervaring en bleef buiten op ons wachten. Camera’s mochten niet mee naar binnen, maar mijn minidisc had ik draaiend in mijn tas.

Grotten-van-Hannerig gangetje door eerst, al gauw gevolgd door de stijgende gang: een steile tunnel van een ruime meter in het vierkant, voorzien van houten dingen tegen het naar beneden glijden. Bukken gaat net, omhoogklauteren in die houding een stuk minder. Vooral aangezien er tegelijkertijd van boven mensen door hetzelfde gangetje naar beneden komen, een benauwde zweetlucht met zich meevoerend. Na het nauwe gangetje komt de Grote Galerij, die evenveel stijgt maar tenminste een hoog plafond heeft en een interessante vals-plat-sensatie teweegbrengt. De lucht wordt echter steeds benauwder en de temperatuur stijgt.

Na de Galerij (de weg naar de Koninginnekamer was afgesloten) nog een nauw gangetje met als eindpunt de Koningskamer, midden in de piramide, bezongen door velen, gemystificeerd door [etc.]. De werkelijkheid: een loeihete bunker, gevuld met een dermate doordringende zweetlucht dat het wel pis lijkt en muren die in de schaarse verlichting zwart lijken, wat ze van alle menselijke vuilaanslag hoogstwaarschijnlijk ook zijn. Mochten hier enige verheven sferen heersen dan worden die veroorzaakt door zuurstofgebrek en, in ons beider geval, een nacht zonder slaap. Ik viel er in ieder geval bijna flauw van en zus kreeg tranen.

Toch wel een portie bijzonder om te beseffen midden in zo’n vierduizend jaar oud bouwwerk te zitten. Na enig vocht bijtanken en wennen aan het donker ontdekt men de ventilatieschachten die naar ouwe sterren wijzen, maar dat moet je er dus bij beseffen om het te waarderen. En dan als laatste bijzonderheid natuurlijk de sarcofaag, een kapotte stenen bak die echter op dat moment aan het oog werd onttrokken door een toerist of twintig.

Toen ik me weer wat bijgekomen door de menigte drong zag ik dat er daadwerkelijk iemand in het ding was gaan liggen, en niet om grappig te doen, zo bleek. Om mijn opmerking “That’s pretty well preserved” werd niet gelachen en na een tijdje in die ruimte werd ons de bedoeling gaandeweg duidelijker. Enkele toeristen begonnen gebaren te maken die aan een Jomanda-geneessessie deden denken en er liep een soort Arjan Ederveen (met baard) rond de sarcofaag met zijn vingers te knippen. Een kruidenvrouw-achtige dame kwam op zus af, die nog wat daas stond na te trillen, en beduidde haar in stilte dat ze mee moest doen met de gebaren.

Beetje bij beetje begonnen er meer toeristen mee te doen en bij toerbeurten kropen ze in de sarcofaag. Zus ging gauw weer naast mij op de vloer zitten en zwijgend sloegen we dit kosmisch tafereel gade, dat toch wat aan mystiek inboette door de kwabbige, in sportjasjes gehulde verschijning van sommige van de meedoeners.

Net toen we het na een half uur tijd vonden maar weer eens op te stappen, begon er een zacht ‘hammm’ uit de menigte op te stijgen (of ‘ommm’, of misschien ‘annnkh’, dat kon ik er niet uit opmaken) dat zich herhaalde en luider werd, zodat we weer gingen zitten om daarnaar te luisteren.

Het ging wel een kwartier door en, wat je er verder ook van wilt vinden, gezegd moet worden dat de serene sfeer die het gezang opleverde een stuk passender voor die ruimte was dan het onrustig gekakel dat er daarvoor doorheen had gegalmd. De Japanner (of Chinees) die op zeker moment luid rochelend door de gang omhoog kwam gekropen vormde dan ook een buitengewoon lompe doorbreking van het geheel.

Toen gingen we toch echt maar weer eens en na een minstens even inspannende afdaling als heentocht voelden we, bijna een uur nadat we naar binnen waren gegaan, de frisse woestijnlucht weer in ons gezicht. Mijn minidisc heeft al die tijd staan draaien, wat dus onverwacht naast een boel gepuf & gesteun ook een fascinerende registratie van de Koningskamer heeft opgeleverd. En niet te vergeten twee flessen gratis ingestraald water.

Penrosepuzzel

Oehh, deze vind ik leuk:

Oskar van Deventer blijft onverminderd gave puzzels bedenken (en ze in onnavolgbare Peter van de Pood-stijl presenteren) en zijn nicheliefhebberijen overlappen regelmatig naadloos met de mijne. Zoals: aperiodieke Penrose-betegelingen. Briljante vondst om de kites and darts– en rhombus-varianten aan weerszijden van dezelfde puzzelstukjes te mappen!

En dit ontwerp ziet er ook nog eens gewoon smakelijk uit voor het oog. Verder helemaal geen kadotip ofzo hoor verder.

Penrose Morph

Ik hoop trouwens wel dat ze even Sir Penrose hebben gebeld of dit mag, want die houdt zijn patenten nogal streng in de gaten, zoals de mensen van Kleenex zich nog levendig zullen herinneren.
Update: Ooohhh, niks aan de hand; het patent is al heel lang geleden verlopen.

Triptrap

En nog eentje! Triptrap, heet deze.

Triptrap

Letters vormen trapjes en worden aan elkaar gekoppeld tot langere trapjes. De treden gaan omhoog of naar beneden relatief ten opzichte van hun buren, waardoor eenzelfde letter er afhankelijk van context verschillend uit kan komen te zien. Voor de (iets) makkelijkere ontcijferbaarheid worden verticale lijnen scheefgetrokken.

Miereneu

Okeeeeee, hahaha, wat? Nee maar serieus, wat de actuele wát?

Iemand stuurt me een plaatje van wat naar diens vermoeden een mierenkoningin/koninginnenmier (kies naar keuze) is. Dus ik voor de aardigheid eens googelen op ant queen, krijg ik dit als AI-overzicht:

Een WAT?

Een miereneu.

“AI-reacties kunnen fouten bevatten”, you don’t say. Hahaha, nee maar wááát? Dit is hilarisch, bevreemdend en zorgwekkend tegelijk. Hoe heeft dit door de mazen kunnen glippen, of toont dit maar weer eens te meer hoe keimakkelijk het is om AI-modellen klinkklare larie te voeden? Want, voor de volledigheid, beste lezer: nee, miereneuen bestaan niet. Miereneien ook niet.

En als je in plaats van op ant queen op queen ant zoekt, krijg je wél gewoon aannemelijk-uitziende informatie:

Nou. De eindtijden naken weer eens blakend ter kimme, hoezee!

Gelukkig zijn er (vooralsnog) manieren om die AI-bagger uit uw zoekresultaten te weren. Verreweg de leukste is natuurlijk vloeken als een bootwerker. Maar -ai achter uw zoekopdracht zetten werkt ook (andere bronnen zeggen -noai; doet zo te zien ongeveer hetzelfde). Of iets met udm=14, dat moet ik nog even nader uitzoeken.

Update-achtig aanhangsel: ik ben natuurlijk laaiend benieuwd waar zo’n misser vandaan komt. Is het een bewuste grap? Dat lijkt me lastig uitvoerbaar, want hoe krijg je Google zover dat die specifiek jouw grap meepikt in z’n resultaten? AI-modellen schrapen gewoon het hele internet af en braken de boel in quasi-intelligent-herverpakte vorm weer uit. Wat ik eerder vermoed is dat het iets te maken heeft met geëufemeerde spellingen middels puntjes, sterretjes e.d.:

Wat dan kennelijk vaak genoeg voorkomt dat het AI-model ‘denkt’ dat het hier om een bestaand woord gaat. Niet dat hiermee ook maar een snars duidelijker wordt hoe zoiets in je zoekresultaten voor ant queen kan belanden, maar goed.

Oh, wacht! Hier is iemand die er een hele blogpost over heeft geschre- oh.

Tonupu

Tonupu

Tonupu is een schriftsysteem uit mei* vorig jaar (maar dat had u natuurlijk zelf al gezien aan de naam) waarin woorden ononderbroken hoekige lijnkronkels vormen:

Dit zijn dus twee woorden: zie de onderbreking halverwege. De stippen en strepen zijn louter ter opvul.

Uitleg ende nadere toelichting hier!

* Hah. Mijn taalgevoel blijkt te protesteren tegen “uit [maand]”, terwijl “uit [jaartal]” geen enkel bezwaar op doet borrelen. Uit mei = weird. Uit 2024 = prima in orde. Hoe zit dát nou weer?

  • Deze bak kwark is uit februari: raar/fout.
  • Dit is een bak kwark uit februari: hmmbeter? Weet niet.
  • Deze bak kwark is van februari: beter (niet voor consumptie, maar qua taal)
  • Dit is een bak kwark van februari: weer beduidend raarder.
  • Dit boek is uit 1912: oké.
  • Dit is een boek uit 1912: ook.
  • Dit boek is van 1912: hmm. Dat zeg je eerder van gebouwen ofzo hè. Maar ook weer niet superfout als je het voor boeken gebruikt.
  • Dit is een boek van 1912: nee, hier toch echt alleen uit. Maar voor gebouwen misschien weer wel oké? Of misschien toch ook wel voor boeken? En hoe zit het met kwark?

Ghuh. Hoe langer ik naar deze zinnen staar, des te onzekerder voel ik aan hoe raar ik ze op de schaal van raar vind voelen. Moet ik eens nader in duiken.

Knots

Celtic Knots

Soms kom je nog van die heerlijke stukjes Oud Internet tegen. Van toen dingen nog niet van schreeuwerige clickbaittitels of AI-gegenereerde plaatjes of verbaasd-gezicht-thumbnails werden voorzien. (Klink ik als een Boze Gen X’er? Ja hè. NOU PECH. MET JULLIE I-PODS.)

Nee, namelijk dit. Een hele site gewijd aan Keltische knopen! Met roze achtergrond! Gore gifjes! Harkerig-navigeerbare interface! Maar met omgekeerd-evenredig deugdelijke informatie!

Zoals!

  • Hoe teken ik een Keltische knoop!
  • Plaatjes van Keltische knopen in het wild!
  • Een interactieve Keltische-knoop-maak-app!

* Haha, tenminste: toen ik drie dagen geleden deze blogpost begon te schrijven nog wel. In de tussentijd hebben ze ineens hun layout opgemoderniseerd (maar niet de geanimeerde knoop-gifjes). Zouden ze me hebben opgemerkt?

Ik vind dit mooi. Teveel van dit soort kwaliteitserfgoed verdwijnt omdat er vroeg of laat een server niet meer wordt onderhouden of betaald. Goed, vergaan overkomt nu eenmaal alle dingen, maar toch. Je moet toch érgens op baseren dat vroeger alles beter was.

© Jo Edkins, 2003

De site is gemaakt door Jo Edkins. Ze heeft ook dingen over doolhoven, mozaïeken, Griekse randjes en nog veel, veel meer.

Faaaaaier. tu-nu-nu-NUH

Ohoooo, maar zó zit dat baslijntje van Fire in elkaar! Die tweede TUH zit een halve tel na de 1, waardoor ik helemaal van mijn meeklap-apropos raakte terwijl het tegelijkertijd duidelijk werkt als een tierelier. Maar nu heb ik ’m door, hahaaaa. Lang leve Excel.

Ik zal dit nummer nooit helemaal los kunnen horen van de versie door Arjan Ederveen die Theo speelt die Bea Hofman speelt die stripteaset voor Marco Bakker c.q. de melige vernederlandsing (Brand me op met vuuu-huuur) door Wim T. Schippers die Harko Wind speelt, maar ze draaiden het ’s anderendaags hier in de supermarkt en het is gewoon een deksels lekker deuntje.

Ook bekend van tophits als Rinkel mijn Bel

Het schijnt dat Bruce Springsteen meer muziek heeft geschreven. Toch ’s naar luisteren anders.

Taaldrab 62: Common concord

Je komt weleens de Engelse uitdrukking share the same thing in common tegen. Mijn onderbuik vindt die driedubbel tautologisch.

Want:

  • to share = to have something in common
  • the same thing = something that has itself in common with itself
  • in common = in common

Dus:

  • to share the same thing in common = to have something in common that has itself in common with itself, in common.

Je zou zeggen, je kunt volstaan met have a thing in common, of share a thing. Als je een ding deelt of gemeen hebt is dat per definitie hetzelfde ding, dus the same hoef je er niet bij te zeggen. (Zie bijvoorbeeld ook We share the same birthday. Ja, nogal wiedes dat het om dezelfde verjaardag gaat; als dat niet zo was zouden jullie hem ook niet delen.) En dingen delen doe je sowieso samen met anderen, dus ook in common kan achterwege blijven.

Maar zo werkt taal niet, want taal is geen wiskunde. Als iemand zegt Ik heb nergens geen zin in, dan bedoelt diegene doorgaans niet ik heb overal zin in, hoe hard min plus min ook plus is en hoe graag we zoiets in het Nederlands ook een taalfout noemen. Er zijn allerlei talen waarin zo’n constructie juist correct is, omdat zo’n taal doet aan negative concord: het op-gezette-tijden-herbevestigen dat er een ontkenning plaatsvindt.

Sommige talen gebruiken een aan-/uit-schakelaar.

Talen als Nederlands en standaard-Engels vinden dat je per mededeling maar één keer op de ontkennings-schakelaar mag drukken, want een tweede keer drukken zou de schakelaar weer uitzetten, een derde keer weer aanzetten, etcetera. Maar in andere talen, bijvoorbeeld AAVE (African-American Vernacular English), is het juist vereist om regelmatig te benadrukken dat er nog steeds een ontkenning aan de gang is, door op gezette plekken nieuwe ontken-markeringen in de zin te zetten:

Ain’t nobody got no time for no shit like that.

Maar liefst vier negaties op een rij. Maar die moet je dus niet opvatten als een aan-/uit-schakelaar waar viermaal op wordt gedrukt (met als eindstand ‘uit’), maar veeleer als een volumeschuif die de neiging heeft langzaam terug te zakken, en dus viermaal steeds weer even omhoog moet worden geschoven.

Andere talen gebruiken een volumeschuif.

En zo idem voor share the same thing in common: ook dat is een soort concord, namelijk van de betekenis ‘iets gemeen hebben’. En dat mag dan driedubbel tautologisch wezen, maar niet driedubbel fout.

Ana Oosting en de Gaussiaanse vouwpatronen

Gisteren een genoeglijk dagje uit beleefd naar o.a. Beelden aan Zee in Scheveningen (dank aan de desbetreffende tipgevers!), waar momenteel een intrigerende installatie hangt van Ana Oosting:

Bij nader inzien blijk ik een tijdje terug ook al eens werk van haar te hebben gezien maar haar naam niet geregistreerd, namelijk dit (dank aan degenen die me daar dan weer naartoe sleepten!). Gave bouwsels op basis van geometrische vouwsels; kijk, dan draaien wij warm hier bij Drabkikker hè.

Want als ik zulke smakelijke patroontjes zie unduleren, dan wordt alles in mij benieuwd hoe die in elkaar zitten en zo ja, of ik ze kan nafabriceren. Gaussiaanse krommingen, heten deze drakenschubgolven blijkbaar, of althans zo heet de curve die hun oppervlak in de ruimte beschrijft, als ik het goed begrijp.

Maar het gaat me dus specifiek om het driehoekige vouwpatroon dat Oosting op haar vellen papier heeft losgelaten om dit effect te bereiken. Er zijn vast online instructies van te vinden als je harder zoekt dan ik deed, maar omdat ik niet zo één-twee-drie iets tegenkwam, ben ik zelf maar eens gaan reverse-engineeren op basis van foto’s:

En zo kwam ik met wat gis-, schets- en Illustratorwerk al redelijk rap op iets wat in de buurt leek te komen: gelijkzijdige driehoekjes afgewisseld met een soort Mercedessterren:

Roze lijnen = bergvouw; blauwe (stippel)lijnen = dalvouw.

Nou. Dan dus maar eens uitprinten geblazen en aan de vouwerdevouw geslagen. Liniaal en nagelvijltje paraat voor het rilwerk en dan maar geduldig priegelen.

En merakels, jawel: na een uurtje naarstig aanmodderen en luid tierend liefdevol flapjes de juiste kant op manoeuvreren, ziedaar! Het Ana Oosting-driehoekjespatroon!

Het resultaat is uiterst fascinerend en bevredigend om mee te spelen. De vouwtechniek verleent het oppervlak harmonicaheid, waardoor het organischerwijs inkrimpt of uitdijt door eraan te trekken of duwen. In z’n compactste vorm sluiten alle driehoekjes naadloos aan en zitten de Mercedessterren verstopt; in losgelaten staat floept alles weer tevoorschijn:

Kijk, dat noem ik een geslaagde zondagbesteding.

Wilt u dit nou ook? Download dan hier mijn keihard geplagieerde nabouwvouwpatroon; print het uit op A4-formaat en knutselen maar!

Taaldrab 61: Paddenstoelen

Kleverig koraalzwammetje. Kleinsporig iepenmuurspoorbolletje. Klein doorschijnpluisje. Wolnootje. Platwrat. Spoelsporig repeteerkorstje. Kogelwerper. Fopdraadwatje. Thermozwammetje. Peksteel. Ranksporig piekhaartonnetje. Berijpte galgordijnzwam. Bladokselmoskogeltje. Houtraketje. Vleeskleurig kluitje. Heidezeggezoolspoortje. Wasvlek. Jacobskruiskruidvulkaantje. Bleke barsthoed. Gladde plooiparasol. Weke aderzwam. Koekoeksmoederkoren. Walstromeeldauw. Builenbrand. Vuilboommeniezwammetje. Zwavelkop. Bramenbootje. Harig knikkerpluis. Scheutsterfte. Zweephaarschijfje. Vertakte collybia. Landknoopje. Keutelmenhirzwammetje. Gelatineus elfendoekje. Geurende schijncantharel. Anemoonprachtwratziekte. Dubieus sinterklaasschijfje. Bruinwit matje. Gewone vrouwenmantelroest. Satansboleet. Melig dwergkorstje. Vissige fluweelrussula. Naaldenvlek. Urnkorstzwamgast. Somber trechtertje. Okergele korrelhoed. Bisschopsmuts. Bladdropje. Klituitbreekkogeltje. Muffe zijdetruffel. Geschubd blauwplaatstaalsteeltje. Krentenpapspinragschijfje. Peppelkalkkussen. Porfierbruine zwameter. Gewimperde aardster. Geeltepelsatijnzwam. Terneergeslagen bekerzwam. Nahiriri-bamboeroest. Paardenhaartaailing. Eikhaas. Bremballonnetje. Narrentasje. Elzenvlag. Gebochelde wasplaat. Ampulhoutmoffelzwam. Droge slijmkop.

En zo nog een grove zesduizend.

Heptaweb

Stel, je wandelt over een netwerk van paden die louter uit zevensprongen bestaan. Op elke kruising die je tegenkomt komen zeven paden samen (inclusief het pad waar je net vandaan kwam), netjes in gelijke hoeken verdeeld:

De driehoekjes zijn boompjes. Kom op, een beetje fantasie.

Aan het eind van elk pad van een zevensprong onspringt weer een nieuwe zevensprong; aan die zevensprongen zitten weer nieuwe zevensprongen vast, etc. Hoe ziet het patroon eruit (ik noem het maar even een heptaweb) dat je dan krijgt?

Laten we het eens bouwen. Dus, aan het eind van elk pad van een zevensprong plaatsen we een nieuwe zevensprong, zodanig dat de paden recht aansluiten:

De oplettende wandelaar zal opmerken dat de nieuwe zevensprong ondersteboven staat ten opzichte van de eerste: het verticale pad zit nu bovenaan.

En zo het hele rondje rond:

U ziet, we krijgen nu kruisende paden, maar we stellen ons voor dat die over elkaar heen lopen (middels bruggetjes, tunnels, alternatieve dimensies, ziemaar) en geen gelijkvloerse splitsingen opleveren waar de wandelaar onverhoopt zou kunnen afslaan.

De volgende generatie doen we weer precies zo: aan het eind van elk van de tweeënveertig uiteinden (want 7 × 7, min 7 voor de zevensprong in het midden die we al hadden) plaatsen we weer nieuwe zevensprongen:

En met nog een generatie erbij (en de lijntjes dun voor beter overzicht) krijg je dit:

Blauw = zevenspongen waarbij het verticale pad bovenaan zit; rood = idem onderaan.

Juist. Dat wordt dus binnen de kortste keren ridicuul complex, en daarmee machtig interessant. Hoe ver kun je hiermee doorgaan? Komt het patroon vroeg of laat weer op zichzelf uit (bijvoorbeeld na zeven of veertien generaties), of loopt de complexiteit oneindig op en vult uiteindelijk het hele vlak zich met lijnen? Ik weet het niet, er zal ongetwijfeld onderzoek naar zijn gedaan, niet in de laatste plaats door islamitische patronenbedenkers.

Ik heb deze plaatjes handmatig in elkaar zitten pielemieren; programmeren in iets als Processing is natuurlijk stukken netter en efficiënter en dan weet je in een muisomdraai hoe diep het konijnenhol gaat, maar dan moet ik eerst even leren hoe dat moet. Daarover misschien eens later.

Maar waarom dan, Drab?

Nou, omdat patroontjes altijd reden tot feest zijn natuurlijk. Nee, maar, ik was aan het knutselen aan een schriftsysteem met vormen die zich op zo’n zevenvoudig rooster bevinden, zodoende. Ik denk, ik doe eens wat spannenders dan driehoeken, vierkanten of zeshoeken:

Driehoeken, vierkanten of zeshoeken: geen probleem.

Zoals bekend zijn dat de enige regelmatige veelvlakken waarmee je naadloos een muur/vloer kunt betegelen. Neem enig ander regelmatig veelvlak – vijfhoeken, zevenhoeken of alles daarboven – en je raakt in de problemen: er ontstaan gaten tussen je tegels, die niet met diezelfde tegels te dichten zijn zonder ze met elkaar te laten overlappen:

Vijfhoeken: wel probleem.

Een vijf-, zeven- of hogervoudig rooster geeft dus onherroepelijk complexe situaties en daar houden wij van (zolang het niet het echte leven betreft natuurlijk). Zo moet het complete heptaweb per definitie ook dit soort kringetjes in zich huisvesten:

Voor de middelste kring sla je steeds twee stokjes over bij het verbinden van de zevensprongen; voor de linker sla je één stokje over, voor de rechter geen. Merk op dat alle drie de kringen 2 × 7 = 14 stappen nodig hebben om weer bij het begin uit te komen.
eidereend in Heptawirwar

Dus, mocht het schrift niks worden (het heet Heptawirwar, omdat het principe hetzelfde is als bij Wirwar, maar dan hepta) houden we er in ieder geval een leuk zijspoor met intrigerende plaatjes aan over. Kijk, met opgepimpte kleuren wordt het ook wel lekker kosmisch: