Een nieuw schrift, maar toch oud. De letters zijn namelijk ‘gewoon’ westers, maar vakkundig onherkenbaar gemaakt met een flink vleugje middeleeuw. Scriptura Reclinata betekent zoveel als ‘achterover hellend schrift’, wat verband houdt met het feit dat het achterover helt. Iets uitgebreidere achtergrondinformatie vindt u in deze aankondigingsblogpost; in tegemoetzien van nadere ontwikkelingen (zoals een setje alternatieve lettervormen) hieronder de uitleg over het alfabet.
Het alfabet
Voorlopig zijn er alleen kleine letters; voor hoofdletters overweeg ik gewoon een al bestaande schriftsoort in te zetten, zoals de unciaal. De letters zijn als volgt:
De rode diakrietjes bij sommige van de letters zijn bedoeld om verwarring met (delen van) andere letters te voorkomen. Voor de i, j en u zijn ze verplicht, in de overige gevallen (c, d, m, y) optioneel.
De blauwe extra vormen bij de a, b, o en s zijn optionele lettervarianten die aan het eind van woorden kunnen worden gebruikt. De s heeft twee van zulke eindvarianten, de keuze waartussen mede wordt bepaald door de vorm van de voorgaande letter:
Ligaturen zijn er ook, allemaal optioneel. Enkele voorbeelden:
Dan is er nog een horizontale verdubbelingsstreep die mag worden gebruikt in plaats van tweemaal dezelfde letter. Eventuele andere tekentjes komen daar weer boven:
Wat interpunctie betreft leen ik vooralsnog van bij ons thuis; het enige afwijkende teken is voorlopig een schuin streepje dat boven de regel hangt en multiïnzetbaar is als komma, afbreekstreep, accent aigu en apostrof:
Voorbeeldtekst
Het van oorsprong Oud-Ierse gedicht The Scholar and his Cat in gecomputeriseerd lettertype: