Het Verticaalschrift (ik ben nog op zoek naar een spannendere naam – mocht u iets weten…) dankt zijn naam aan de vorm van de letters, die allemaal bestaan uit een verticale stok. Die stok kan kort, staand of hangend zijn en is voorzien van een aantal schreven (variërend van 0 tot 2). De schreven staan in een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de stok en kunnen op vier posities aan de stok worden geplaatst: linksboven, rechtsboven, linksonder en rechtsonder. Wanneer een stok twee schreven heeft kunnen die niet samen onderaan of samen bovenaan de stok staan: de ene staat (links of rechts)boven, de andere (links of rechts)onder.

Het alfabet
Het alfabet is als volgt:

Er is geen onderscheid in hoofd- en kleine letters. Er zijn maar drie leestekens: het woordscheidingsstreepje (zie onder), de tweepunt en de driepunt. De driepunt is min of meer equivalent aan onze punt; de tweepunt aan de komma, dubbele punt, puntkomma en dergelijke. (In de voorbeeldtekst bovenaan deze pagina worden ze allebei gebruikt.) Speciale tekens voor het vraag- en uitroepteken zijn er niet.
Schrijfregels
Het schrift loopt van links naar rechts, in regels van boven naar beneden. Bij het schrijven worden de letters op dezelfde afstand van elkaar geplaatst, waarbij de eventuele schreven die ze hebben ‘in elkaar worden geschoven’; dat wil zeggen, ze worden zo geplaatst dat ze de stok van de naburige letters raken:

Woordscheidingen kunnen worden aangegeven met spaties, maar als men de regelmatigheid van de bladspiegel niet wil onderbreken kan men gebruik maken van het woordscheidingsstreepje, dat dient om de laatste letter van elk woord aan te geven. Het streepje wordt boven die letter geplaatst, of in geval van een staande stok rechts tegen de stok aan; voorafgaand aan een leesteken wordt het niet gebruikt.

Cursief Verticaalschrift
Er is ook nog een cursieve variant van het Verticaalschrift, waarbij de schreven niet zozeer in elkaar geschoven worden als wel met elkaar vervloeien:

Getallen
Het getallensysteem maakt gebruik van dezelfde tekens als voor het alfabet, maar op een logische manier geordend op grond van de vorm van de stokken en schreven. Het type stok geeft aan met welke getalsorde we te maken hebben: eenheden (korte stok), tientallen (staande stok) of honderdtallen (hangende stok). De configuratie van de schreven geeft vervolgens de waarde van het getal aan (van 1 t/m 9):

Bij het schrijven van samengestelde getallen begint men met de hoogste orde en eindigt met de laagste:

Op deze manier kunnen de getallen van 1 t/m 999 worden geschreven. Voor getallen daarboven geldt een iets ander systeem. [ter uitbreiding]
Er is geen vastgelegde methode om in geschreven tekst getallen van de letters te onderscheiden. Meestal is het wel duidelijk uit de context, maar als men het onderscheid expliciet wil aangeven zou men de getallen een onderstreepje kunnen geven, of een doorlopende lijn erboven of eronder zetten; of de getallen in- en uitleiden met een speciaal ‘omschakelteken’ (bijvoorbeeld het 7e teken van rechts in Figuur 1 hierboven). U ziet maar.
Ik kan misschien wel een leuke naam bedenken: Verticloustrapath. Is dat misschien leuk? Het begint met “vertic” van “verticaal”.
LikeLike
Haha, okee, klinkt interessant. Dat eerste gedeelte volg ik, maar wat is een -loustrapath?
LikeLike
Geen idee. Ik bedenk zomaar namen die nergens op slaan…
LikeLike
Bij mij komt Opstokvetlettering bovendrijven. Ik weet niet waarom.
LikeLike
Haha, ook niet gek.
LikeLike
Misschien kun je het vioziaanse ‘bokmayuuq’ wel gebruiken.
LikeLike
Ha! Dat klinkt nog niet zo gek!
LikeLike