Taaldrab 38: Deze coronatijd

Klein taalobservatietje (tietje, hihihigiechel): in deze wonderlijke tijd kom je geregeld opmerkingen tegen van de vorm in deze x tijd[en], waarbij x dan bijvoorbeeld voor “moeilijke”, “vreemde”, “beangstigende”, “klote-” of “corona-” kan staan. Waar mij een intrigerend discrepantietje (gigigignuif) treft, in de zin van taalgevoelreactie.

Kijken of u ’m ook ervaart. Vergelijk:

  1. Sterkte in deze moeilijke tijd.
  2. Sterkte in deze coronatijd.

Bij zin 1 blik of bloos ik taalmatig op geen enkele wijze. Dank dank, wij doen ons best. Tegen zin 2 echter roept mijn onderbuik: Hoezo alleen deze coronatijd? Krijg ik geen sterkte in de volgende?

Uiteraard, ik snap heus wel dat dat niet de bedoelde strekking van zin 2 is. Maar vanwaar dan dat verschil in respons van mijn talige antennetje (gniffeldegnif – o wacht, die is helemaal niet grappig) ten opzichte van zin 1, waar zich eenzelfde flauwe repliek in het geheel niet aandient?

Het antwoord is voor mij in ieder geval niet: bij zin 1 heb je een bijvoeglijk naamwoord (moeilijke) en bij zin 2 een samenstelling met een zelfstandig naamwoord (corona-), want dan zou ik dezelfde reactie moeten hebben op Sterkte in deze klotetijd. Wat niet het geval is: die vind ik volstrekt onopmerkelijk.

Ook met het sterkte heeft het niets te maken: m’n reactie is dezelfde op alle varianten van deze coronatijd, of het nu om harten onder riemen, de zon op je gezicht of geurkaarsen gaat.

Dus wat speelt hier precies? De oplossing zal ongetwijfeld iets van doen hebben met het beperkend versus uitbreidend gebruik van deze, maar ik ben er nog niet helemaal uit waardoor het onderscheid dan wordt getriggerd. U ideeën? Deelt u überhaupt mijn hoofdkrabbing? Benieuwd.

9 gedachtes over “Taaldrab 38: Deze coronatijd

  1. iets met dat het suggereert dat er meerdere coronatijden zijn? Klotetijd en moeilijke tijd komen 100% bewezen vaker dan 1 keer voor, de coronatijd maar 1 keer (want als het langer blijft duren en/of terugkomt is het saai genoeg dat we gewoon “deze tijd” zeggen) Wat is je gevoel qua “de coronatijd”? en “deze tijd van corona”? Die suggereren namelijk allebei niet dat er meerdere coronatijden zijn. Niet helemaal zeker of “deze tijd van corona” iets is wat je in het nederlands kan zeggen, of dat het zwederlands is.

    Geliked door 1 persoon

    1. Goeie punten! Ja precies, iets met de suggestie dat er meerdere van zijn; misschien doordat “corona” veel specifieker klinkt dan “moeilijk”, “klote-” etc. Inderdaad, de coronatijd en deze tijd van corona (prima Nederlands voor zover mijn kennis strekt) voelen veel normaler aan. Dank voor de denk!

      Like

  2. Hoewel het not done is om the schelden met ziektes neem ik me voor om overal waar ik “coronatijd” zie staan, het lees alsof er het zelfde mee wordt bedoeld als “klotetijd”.
    Wat een corónatijd is het ook! (Ik beeld me dan ook graag in dat in De Toekomst dit hele virus zo in de vergetelheid is geraakt dat men dat ook hardop doet. Aargh! die conona-accu van mijn hoverboard is weer leeg! Zo mis ik mijn shuttle naar de maan nog!)

    Like

  3. Zou het niet iets zijn met dat de spreker “coronatijd” specifiek genoeg vindt om éigenlijk te willen gebruiken als een soort bijwoord, maar om dat lekker te laten lopen er maar een prop watten bij moet? Cf. Hoe gaat het deze morgen? Misschien kunnen we vancorona gaan zeggen. Of ’s corona’s.

    Geliked door 1 persoon

  4. Natuurlijk heeft dit te maken met uitbreidend versus beperkend. En datzelfde semantische onderscheid bestaat *altijd* ook binnen een phrase, niet alleen in relatieve bijzinnen: “de groene deur” is altijd ambigu. “Hij kwam naar binnen door de groene deur” = (1) door de deur, [komma] die [nu eenmaal] groen was; (2) door de deur die groen was [dus niet door de rode].

    Ik zie daarom geen probleem. “Deze coronatijd” is equivalent met een uitbreidende bijzin, niet met een beperkende.

    Geliked door 1 persoon

    1. Ik zie ook geen probleem. Ik constateer bij mezelf een verschil in reactie op de twee verschillende constructies en ben benieuwd waar dat door wordt veroorzaakt. Waarom ligt voor mijn onderbuik bij zin 2 de beperkende betekenis dichter aan de oppervlakte dan bij zin 1?

      Like

  5. Volgens mij heeft het te maken met de functie van het voorvoegsel ‘klote-‘ bij ‘tijd’, waarbij ‘tijd’ de funtie van het eigelijke zelfstandig naamwoord heeft en ‘klote’ daar een bijstelling bij vormt.

    Zoiets als ‘ochtendmist’ waarbij de mist het zelfstandig naamwoord is en ‘ochtend-‘ (hoewel zelf een zelfstandig naamwoord) een bijstelling erbij vormt (ja da’s dubbelop) om de ‘mist’ nader te specificeren.

    ‘Corona’ is denk ik 1, geen scheldwoord en sowieso 2. onvoldoende ingeburgerd in zijn functie van mogelijke bijstelling om ervaren te worden als iets anders dan een zelfstandig naamwoord, waardoor ‘coronatijd’ wordt gezien als een gewone samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden, ongeveer zoals ‘autoband’.

    Bij dat laatste denk je bij ‘deze autoband’ automatisch ook aan de andere drie, terwijl ‘deze klote(n)band’ die associatie niet oproept.

    Geliked door 1 persoon

    1. Hmm, interessant; dan zou het onderscheid dus misschien tóch zitten in “bij zin 1 heb je een bijvoeglijk naamwoord en bij zin 2 een samenstelling met een zelfstandig naamwoord”, waarvan ik schreef dat dat het volgens mij niet is. Maar mogelijk dus wel degelijk. Ik ben er nog niet uit; dank je voor je inbreng!

      Overigens, in plaats van “bijstelling” bedoel je waarschijnlijk “bepaling”. Een bijstelling (of appositie) is een constructie als De premier, Mark Rutte, droeg een blauw pak, waarbij de twee leden min of meer uitwisselbaar zijn. Bij een samenstelling heb je een hoofd (het meest rechter zelfstandig naamwoord) en een of meerdere bepalingen (de overige zelfstandige naamwoorden).

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s