
Zie onderaan deze pagina voor transciptie.
In tegenstelling tot soms heb ik ook wel eens behoeften een ‘gewoon‘ schriftsysteem, in de zin van dat je het in het wild zou kunnen aantreffen zonder dat je denkt, ja daar tuin ik dus mooi niet in dat dat echt bestaat (even negerend dat er echte schriftsystemen bestaan waarbij je denkt, daar tuin ik dus mooi niet in dat dat echt bestaat, maar dat dat dus wel zo is).

Deze is dan ook in weinig opzichten origineel en overduidelijk bij elkaar geleentjebuurd uit windstreken als Ethiopitrea, Malayalamland en Runistan, maar met een resultaat dat me voldoende prettig uit de pen vloeit om ermee verder te knutselen. Het schrift heet voorlopig Tiukû, wat Ahâpînik is voor 23-5-30, want toen begon ik het te bedenken.
Inhoudsopgave:
Het schrift
Tiukû heeft een heel bescheiden setje basisletters, maar die kunnen op allerlei manieren worden gecombineerd en uitgesproken. Over de uitspraak meer verderop; nu eerst het schrift.
De basisletters
De basisletters zijn: elf medeklinkertekens (ptfkrshymnw), vijf klinkertekens (aeiou) en een klinkerdrager (grofweg een verticale streep, in transliteratie weergegeven met een apostrof ’).
In de afbeeldingen gebruik ik voor de transliteratie van Tiukû-tekens (weergegeven in lila tekst) een speciale notatieconventie met hoofd- en kleine letters. Die geeft voor de medeklinkers aan of ze in losse vorm (hoofdletter) of verbonden vorm (kleine letter) staan, en voor de klinkers of ze ná (hoofdletter) of vóór (kleine letter) een ander teken komen. Voor het lezen van een tekst doet deze notatie er verder niet toe, noch het gebruik van de apostrof: of er nu ReIs, Re’iS, ReiS, ReIS of RE’Is staat, allemaal worden ze gelezen als reis.
Losse versus verbonden vorm
Sommige letters (zoals de k, r, s, m en n) kunnen een beetje in uiterlijk variëren: dat is deels een kwestie van smaak, deels afhankelijk van context. Verder kunnen letters in losse vorm staan (donkergroen in de afbeelding hierboven), of in verbonden vorm (lichtgroen): dat laatste wil zeggen dat de letter met zijn linker of rechter buurletter versmelt tot een ligatuur.
Medeklinkers
Bij medeklinkertekens is het gebruik van de verbonden vormen optioneel naar keuze van de schrijver. Versmelten tot een ligatuur hoeft daar niet, maar het mag wel:

Klinkers
Klinkertekens héb je alleen in verbonden vorm, dus die versmelten per definitie altijd met hun buur tot een ligatuur:

De klinkerdrager
De klinkerdrager gedraagt zich qua vorm als een medeklinkerteken, maar wordt niet uitgesproken (ook niet stiekem als glottisslag of iets dergelijks): hij fungeert puur als grafische kapstok om klinkertekens aan op te hangen als er niets anders voorhanden is. Net als bij echte medeklinkers kunnen de klinkertekens links of rechts aan de klinkerdrager worden gekoppeld:

Ligaturen
Met de zeventien basislettervormen kan een rijk scala aan ligaturen worden gebouwd. In tegenstelling tot hoe sommige schriften ter wereld dat doen (kuch Ethiopisch kuch) zijn vrijwel alle Tiukû-ligaturen consistent en intuïtief ontrafelbaar. Hieronder een niet-uitputtend overzicht van de mogelijkheden.
Medeklinkers en klinkers
Volgt een klinker ná een andere letter, dan komt het klinkerteken aan de rechterkant van die letter geligatuurd (behalve de u: die zit meer aan de linker- /binnenkant); komt hij ervóór, dan staat het teken er links van (deze optie is niet beschikbaar voor de o en de u).
Dat levert de volgende mogelijke combinaties op voor de combinaties medeklinker+klinker en klinker+medeklinker:

Vanwege de voorhandenheid van zowel links- als rechtsgeplaatste klinkers zijn er vaak meerdere manieren om dezelfde lettercombinatie te schrijven. Zo kun je er in een combinatie als fik voor kiezen om de i aan de rechterkant van de f te plakken of aan de linkerkant van de k. Staat je klinker aan het begin van een woord, dan kun je ofwel een klinkerdrager inzetten en de klinker aan de rechterkant daarvan koppelen, ofwel (mits het geen o of u betreft) geen klinkerdrager gebruiken en de klinker aan de linkerkant van de volgende letter hangen:

Voor een o of u aan het begin van een woord is de optie met linksgeplaatste klinker niet voorhanden; in zo’n geval moet je de dus wel de combinatie klinkerdrager + rechtsgeplaatste klinker gebruiken:

Klinker + medeklinker + klinker
Een medeklinkerteken kan ook aan beide kanten van een klinkerteken worden voorzien; dan krijg je drieletterligaturen als de volgende:
Gecombineerde klinkers
Meerdere klinkers die op elkaar volgen kunnen op verschillende manieren worden geschreven:
- In sommige omstandigheden kan een van de klinkers aan de rechterkant van een voorgaande letter worden gekoppeld en de volgende aan de linkerkant van de letter erna:

- Elke nieuwe klinker kan aan een aparte klinkerdrager worden gekoppeld (niet erg compact of elegant, maar het mag):

- Klinkers kunnen direct aan/achter elkaar worden gekoppeld, of in sommige gevallen met zijn tweeën aan dezelfde voorgaande letter:

En daar dan ook weer langere reeksen van:

- Als twee dezelfde klinkers op elkaar volgen, dan kan dat worden weergeveven met letterverdubbeling: zie het volgende stukje.
Verdubbelde letters
Klinkers en medeklinkers kunnen worden verdubbeld, door hun stokje boven/onder de regel te laten uitsteken (of ze van zo’n stokje te voorzien). Voor de o is er ook nog een alternatieve versie waarbij de twee o’tjes in feite worden gestapeld:
NB.: in de lila transliteratie geef ik verdubbelde letters weer met onderstreping: Pa staat dus voor paa; Pu staat voor ppuu, etc.

Om wat prominenter te markeren dat een stok verlengd is (en niet per ongeluk een beetje uitgeschoten) kun je eventueel nog een klein horizontaal schreefje aan het uiteinde ervan aanbrengen.
Ook linksgeplaatste klinkers kunnen worden verdubbeld:

Verdubbelde klinkers kunnen met weer andere klinkers worden gecombineerd:

Verbonden medeklinkers
Zoals hierboven gemeld kunnen medeklinkertekens altijd in losse vorm staan en hoeven ze dus nooit te ligaturiseren, maar een aantal ervan kán het wel als de schrijver daar pret in schept. Het betreft de t, k, r, s, h, y en n: die mogen versmelten met hun linker buurletter (medeklinker, soms ook klinker) en veranderen daarbij in meer of mindere mate van vorm:
- Bij de t en de k wordt het linkerbovenpootje ingekort en op grofweg halve hoogte tegen de linker buurletter aan geplakt:




- De r verandert in een op- of neerwaartse lus:

- De s en y veranderen nauwelijks van vorm en worden alleen maar rechtstreeks tegen hun linkerbuur aan geschoven:




- De h leent zijn zigzagvorm uit aan de linkerbuurletter:

Let op het atypische ophaaltje links bovenaan de Sh: dat is om deze ligatuur te onderscheiden van de AH, die er anders precies hetzelfde uit zou zien (zie onder Medeklinkers en klinkers hierboven).
- En van de n blijft alleen een bolletje over:

Eventuele klinkers die na een ligatuur-n komen, worden doorgaans aan dezelfde letter gekoppeld als waar die n aan vast zit:

Etcetera
En zo nog allerhande combinaties meer. Met bovenstaand overzicht heeft u bij lange na niet alle individuele ligaturen te pakken, maar wel zo’n beetje alle mogelijke typen. Globaal gesproken is qua ligaturen alles toegestaan wat maar enigszins logisch binnen dit systeem past, zolang de de ontstane vormen maar ontcijferbaar en niet-ambigu blijven.
Leestekens
Zoals vaker heb ik wat leestekens betreft enigszins achterlopende inspiratie. Voorlopig heb ik het volgende setje (zie verderop over de cijfertekens en sterkmaakpunt):

Cijfers
Cijfers hebben geen speciale tekens maar worden uitgedrukt met de elf medeklinkers en de klinkerdrager, tussen twee halfhoge puntjes geplaatst.

Het systeem is twaalftallig, dus getallen zitten zo in elkaar:

De uitspraak
De oorspronkelijke taal waarvoor het Tiukû-schrift werd gebruikt is helaas verloren gegaan (lees: iemand was te belabberd om die taal bouwen) dus niemand weet hoe het precies werd uitgesproken, maar het schrift kan alsnog gebruikt worden voor allerhande talen naar keuze. Bescheiden als het aantal lettertekens met hun zeventienen is, men kan er niettemin redelijk afdoend mee uit de voeten doordat sommige van die letters meerdere realisaties hebben.
Sterke vs. zwakke realisatie
De eerste zes medeklinkers van het alfabet (ptfkrs) zijn variabel wat betreft de realisatie die ze kunnen krijgen: een ‘sterke’ en een ‘zwakke’ realisatie. Meestal (uitzondering is de l/r) komt ‘sterk’ neer op stemloosheid (p, t, f, k, r, s) en ‘zwak’ op stemhebbendheid (b, d, v, g, l, z).
| letter | sterke realisatie | zwakke realisatie |
|---|---|---|
| p | p | b |
| t | t | d |
| f | f | v |
| k | k | g |
| r | r | l |
| s | s | z |
Welk van de twee realisaties zo’n variabele medeklinker krijgt, hangt af van de context waarin hij staat:
Een variabele medeklinker krijgt de zwakke realisatie (bdvglz):
- als de letter tussen twee klinkers in staat:
- aki > agi; eso > ezo; utua > udua; oife > oive
- of als de letter aan de linkerkant de combinatie ‘klinker+m/n‘ heeft staan, en aan de rechterkant een klinker:
- ente > ende; umpi > umbi; insa > inza; eontua > eondua
In alle andere contexten krijgt een variabele medeklinker de sterke realisatie (ptfkrs). Dus:
- als de letter aan het begin of eind van een woord staat:
- ti > ti; fe > fe; ak > ak; us > us; omp > omp; reut > reut
- of als de letter tussen twee medeklinkers in staat:
- inkri > inkri; urft > urft; stro > stro
- of als de letter tussen een klinker en een medeklinker in staat:
- erp > erp; ots > ikn > ikn; afpa > afpa
- of tussen een medeklinker en een klinker in – behalve als de linker van die medeklinkers een m/n is die op een klinker volgt (want dan werd de realisatie immers zwak):
- erka > erka; uspi > uspi; otfu > otfu
De overige vijf medeklinkers (hymnw) en de vijf klinkers (aeiou) zijn non-variabel. Zij hebben altijd dezelfde realisatie (hymnw; aeiou), ongeacht context:
| letter | realisatie |
|---|---|
| h | h |
| y | y |
| m | m |
| n | n |
| w | w |
| a | a |
| e | e |
| i | i |
| o | o |
| u | u |
Alle realisatieregels hierboven gelden overigens zowel voor enkele als voor dubbele letters (onderstreping geeft verdubbeling weer):
- fe > ffe; api > abbi; onko > oonggo; us > uss; hetio > heddio; marip > malliip; yukru > yuukkru; etc.
Sterke/zwakke realisatie afdwingen
Wat nu te doen als je een sterke realisatie van een letter wilt in een context die normaliter tot verzwakking zou leiden en vice versa? Daar hebben we de volgende trucjes voor: de lege klinkerdrager respectievelijk sterkmaakpunt.
Zwakke realisatie: lege klinkerdrager
Stel, je wilt het woord dak schrijven. Voor de d heb je de letter t nodig, maar dan wel in zwakke realisatie. Echter: de t staat hier in een context (aan het begin van een woord) waarin hij de sterke realisatie krijgt: tak > tak. Om de t zover te krijgen dat hij zich zwak realiseert nemen we hem in de maling: links ervan zetten we een ‘nepklinker’ in de vorm van een lege klinkerdrager: ’tak. Leeg als die klinkerdrager is wordt hij zelf niet uitgesproken, maar de t denkt nu dat hij tussen twee klinkers in staat: een context waarin een variabele medeklinker immers wél de zwakke realisatie krijgt: ’tak > dak.
Dit trucje werkt evenzo op andere plekken in een woord:
- swem > swem; ’s’wem > zwem; ar > aar; ar’ > aal; foker > foger; ’foker’ > vogel
Overigens mag u in een context als ’s’wem één van beide lege klinkerdragers ook weglaten: ’swem/s’wem. Weliswaar staat de s dan strikt gesproken niet meer in zwakmakende context, maar omdat er hier geen andere reden kan zijn waarom er een lege klinkerdrager naast de s staat dan om hem zwak te maken, is eentje ook al voldoende.
Sterke realisatie: sterkmaakpunt
Voor het omgekeerde – een variabele medeklinker de sterke realisatie geven in een context waarin hij normaliter zwak zou zijn – gebruiken we de sterkmaakpunt, die boven de desbetreffende letter wordt geplaatst (en ook in transliteratie zo wordt weergegeven):
- ufo > uvo; uḟo > ufo; amper > amber; amṗer > amper; waker > wagger; wak̇er > wakker
Soms moeten/kunnen de lege klinkerdrager en de sterkmaakpunt met elkaar worden gecombineerd. Als je bijvoorbeeld ezra wilt schrijven, dan moet je de lege klinkerdrager inzetten om de s als z te laten realiseren: es’ra. Echter: daarmee heb je onbedoeld ook de r in zwakmakende context gezet en zou je ezla krijgen. Om te zorgen dat de r hier sterk blijft, moet die weer een sterkmaakpunt krijgen:
- esra > esra; es’ra > ezla; eṡ’ra > esla; es’ṙa > ezra
Teksten schrijven
Wie nu een stuk tekst in de een of andere taal in Tiukû-schrift wil schrijven moet enigszins creatief te werk gaan. Omdat het Tiukû-schrift niet voor alle letters van, zeg, het Nederlands, een precies equivalent heeft, moet je van tevoren een correspondentietabel afspreken. Bijvoorbeeld:
Omzet-alfabet voor Nederlands
| Nederlandse letter[s] | Tiukû-letter[s] |
|---|---|
| a | a |
| b | p [zwak] |
| c | k [sterk] / s [sterk] |
| ch | h |
| d | t [zwak] |
| e | e |
| f | f [sterk] |
| g | k [zwak] |
| h | h |
| i | i |
| ij | i |
| j | y |
| k | k |
| l | r [zwak] |
| m | m |
| n | n |
| o | o |
| p | p |
| q | k [sterk] + w |
| r | r [sterk] |
| s | s [sterk] |
| t | t [sterk] |
| u | u |
| v | f [zwak] |
| w | w |
| x | ks [sterk] |
| y | y |
| z | s [zwak] |
Strikte versus losse transcriptie
Vervolgens kun je ervoor kiezen om een tekst heel strikt te transcriberen, d.w.z. met secure één-op-één-omzetting van alle letters en exacte inachtneming van alle hierboven beschreven regels inzake sterke/zwakke realisatie door overal de lege klinkerdragers en sterkmaakpunten te schrijven waar vereist.
Maar je mag ook besluiten om veel losser te werk te gaan en erop te vertrouwen dat een lezer een en ander in context heus wel zal weten te ontcijferen. Bij deze aanpak (zelf neig ik daar meestal toe) hoef je niet letterlijk elke letter van het alfabet om te zetten en kun je het gebruik van lege klinkerdragers en sterkmaakpunten beperken tot daar waar anders verwarring dreigt. De precieze graad van losheid is dan verder aan het aanvoelen der schrijver.
Voorbeeldteksten
Hier bijvoorbeeld een stukje Nederlands in strikte en lossere transcriptie:
De zon komt op en de zon gaat onder en hijgend ijlt zij naar de plaats waar zij opkomt. De wind gaat naar het zuiden en draait naar het noorden, aldoor draaiend gaat hij voort en op zijn kringloop keert de wind weer terug.
| Strikte transcriptie | Lossere transcriptie |
|---|---|
| ’te ’son komt op en ’te ’son ’kat onter en hikent’ ir’t ’si nar ’te p’rats war ’si opkomt. ’te wint’ ’kat nar het ’suiten en ’trait nar het noṙ’ten, ar’tor ’t’ṙaient’ ’kat hi ’fort en op ’sin krink’rop kert ’te wint’ wer teṙuk’. | ’te son komt op en te son ’kat onter en hikent ir’t si nar te p’rats war si opkomt. te wint ’kat nar het suiten en ’trait nar het norten, ar’tor ’traient ’kat hi fort en op sin krink’rop kert te wint wer teruk. |
Wat er in Tiukû-schrift dan zo uitziet:
Met andere talen gaat u net zo te werk. Bijvoorbeeld Duits:
Die Sonne geht auf und geht unter und läuft an ihren Ort, daß sie wieder daselbst aufgehe. Der Wind geht gen Mittag und kommt herum zur Mitternacht und wieder herum an den Ort, da er anfing.
ti sone ’kehet ’a’uf ’unt ’kehet ’unter ’unt ’ra’ueft ’an ’ihr’en ’ort, ’tas si witer ’taser’pst ’a’ufkehe. ’ter wint kehet ’ken mitak ’unt komt her’um sur miternaht ’unt witer her’um ’an ten ’ort, ’ta ’er ’anfink’.

Of Latijn:
Oritur sol et occidit, et ad locum suum revertitur; ibique renascens, gyrat per meridiem, et flectitur ad aquilonem. Lustrans universa in circuitu pergit spiritus, et in circulos suos revertitur.
’oṙitur sor’ et okitit, et at’ ’rokum sum refertitur. ’ipikwe renaskens, ’kyrat per meritiem, et f’rektiṫur at’ ’akwironem. ’rustrans ’unifersa* in kirkuitu perkit spiritus, et in kirkuros suos refertiṫur.
* Oeps, ik heb per ongeluk ’urifersa geschreven.

Of Tolkienees:
All that is gold does not glitter,
Not all those who wander are lost;
The old that is strong does not wither,
Deep roots are not reached by the frost.
From the ashes a fire shall be woken,
A light from the shadows shall spring;
Renewed shall be blade that was broken,
The crownless again shall be king.
’ar that is ’kort toes not kriter,
not ’ar those who wanter ’are rost.
the ’ort that is stronk toes not wither,
tep rots ’are not reakhet py the frost.
from the ’ashes ’a fire shar pe woken,
’a rikht from the shatows shar sprink.
renewet shar pe prate that was proken,
the krownres ’akain shar pe kink.

Alternatieve vormen
Het schrift leent zich voor allerlei ornamentieke verschijningsvormen. Zo kun je de letters bijvoorbeeld strak vectoriseren:
Of vervierkanten à la Kufi:
Of ze organisch in elkaars vormen laten vleien:







