Taaldrab 53: Decembermaand

Deze decembermaand valt me ineens het gebruik op van de term decembermaand. Vanwaar die redundante toevoeging –maand? En: werkt die voor andere maanden ook en zo ja, waarom niet? Hier mijn geheel subjectieve impressielijstje:

  • januarimaand: vreemd, maar kan
  • februarimaand: ook vreemd, maar kan
  • maartmaand: compleet belachelijk
  • aprilmaand: duidelijk minder vreemd
  • meimaand: idem
  • junimaand: wordt weer vreemder
  • julimaand: idem
  • augustusmaand: mjeh, mwah
  • septembermaand: tja, kan, maar waarom zou je?
  • oktobermaand: idem
  • novembermaand: neh, raar
  • decembermaand: geheel acceptabel

Nou. Werp uw duit. Wat gebeurt hier precies? De acceptabelheid van de term heeft vast iets van doen met dat de desbetreffende maand ergens bekend om staat (feestdagen, vogels c.q. hun nesten), maar verder zou ik het zo gauw niet weten.

Een snelle inventarisatie van aantal hits op google.nl geeft resultaten die grofweg (maar bepaald niet helemaal) met mijn lijstje overeenkomen: december steekt er met piek en ballen bovenuit, daarna komt mei met zijn ei, vervolgens het najaar met een lichte voorkeur voor oktober, en als laatste de (na)winter, lente minus mei en (voor)zomer:

Wat ons natuurlijk geen steek dichter bij een antwoord brengt op de vraag waarom de verdeling zo uiteenloopt. Ik ben benieuwd.

Toevoegje: zekere wandelgangen werpen op dat de [seizoen]maanden hens inziens aan vergelijkbare disbalans in accepteerbaarheid lijden:

  • de zomermaanden/de wintermaanden: helemaal okee
  • de lentemaanden/de herfstmaanden: helemaal nee

En dat de predictive text het daarmee eens was: bij intikken van de zomer… en de winter… vulde de telefoon zelf al …maanden aan, bij de lente… en de herfst… moesten de maanden er handmatig erachteraan worden getypt. Bijgeleverde theorette van diezelfde wandelgang: herfst en lente zijn niet homogeen genoeg qua weer/eigenschappen om zinnige units van wat dan ook te zijn.

Interessant!

6 gedachten over “Taaldrab 53: Decembermaand

  1. Maart en augustus zijn de enigen die eindigen allebei op een dentaal, wat de overgang naar “maand” wat hakkelig maakt qua uitspreken. Misschien dat het dus niet puur om inhoud gaat maar ook om hoe lekker het bekt?

    Geliked door 1 persoon

    1. Bekken zal vast wel meespelen inderdaad! Mogelijk ook iets met het ritme (‘patám-patam’ hobbelt wel fijn, dus mogelijk dat daarom de ember/ober-maanden wat hoger scoren).
      Een andere factor waar ik aan denk is ‘vergezelliging’, ‘intimisatie’ of hoe je dat noemt. Door een matroos een matrozenjongen te noemen druk je iets knussigs ‘hè lekkere knul van me’-achtigs uit, dus misschien doet -⁠maand ook zoiets.

      Like

  2. Een subsequente mijmering:

    Herfst/lente mogen zich dan wel weer verheugen in de unit-omvattende termen “voorjaar” en “najaar”. Dit zou dus logischerwijs betekenen dat de zomer het betreffende “jaar” is (megalomania alert?). Maar wat is de winter dan? An emptiness devoid of time and space? Onaangenaam en dus AF en mag daarom voor straf niet meedoen met “jaar”?

    Like

    1. Ja maar nee maar ja, maar winter was oorspronkelijk “wind-jaar” (via Oudnoordhoogplatduits winnthtjör ‘tijd waarin het waait’, zie ook winkel = wind-kuil, waar ’s winters de handelsgoederen in werden bewaard die mensen dan konden “winnen”), dus dan klopt het weer. Uhhuh.

      Like

Geef een reactie op Ea Ten Kate Reactie annuleren