Speldeprikfoto’s

Speldeprikfoto’s Deel 2.

Speldeprikfoto’s Deel 2a.

Ruim twee jaar geleden (hora ruit en tempus speelt den fluit) ging ik een lang meiweekend naar Brussel, en kwam ik op het idee om voor die gelegenheid een cameraatje obscura te bouwen: een kartonnen visitekaartjesdoosje, lichtdicht gemaakt met zwarte verf en tape, aan de voorzijde een uitsparing met een stukje colablik, met daarin een minuscuul speldeprikje. Pinhole-camera, noemt men zoiets daarom ook wel. Aan de achterwand plak je dan een stukje lichtgevoelig materiaal (ik had nog fotopapier liggen, maar je kunt ook stukjes van een filmrolletje knippen – als je het uiteraard maar in het donker doet), en vervolgens richt je het apparaat op iets genieks dat niet teveel beweegt, want vanwege het kleine gaatje duurt het maken van een foto minstens een paar minuten.


Er zijn eigenlijk allerlei streng gedetailleerde richtlijnen omtrent de fabricage van zo’n ding, zoals dat het het gaatje perfect rond moet zijn en van een specifieke doorsnede om te weten hoelang je de sluiter moet openzetten, maar ik had geen zin om me daarin te verdiepen. Zodoende had ik geen enkel idee of ik ook maar in de verste verte goed zat met mijn belichtingstijden. Rond de tien minuten, leek me wel een redelijke schatting.

En aldus toog ik naar Brussel, waar ik het doosje telkens met plakgum op een zich aandienende stevige ondergrond monteerde en op taferelen van uiteenlopende bezienswaardigheid richtte. Vijfmaal heb ik dit gedaan, want om de negatieven (stukjes fotopapier van ongeveer 4 cm breed) te verwisselen moet men in het aardedonker zijn (lees: de douche van het appartement), dus je kunt per stadswandeling maar één foto maken.

En daar bleef het vervolgens bij. Twee jaar lang hebben de negatiefjes in een oude sok liggen wachten tot de gelegenheid dat ik 1. een rood fietslampje; 2. fotochemicaliën op de kop wist te tikken. U staat er versteld van hoe lastig dat laatste in het huidige digitale tijdperk is. Vijf jaar geleden kon je nog bij elke zich respecterende fotozaak genoeg ontwikkelaar & fixeer scoren om een half natuurreservaat te ontbladeren, maar de gemiddelde desbetreffende instantie verkoopt tegenwoordig geeneens meer rolletjes. Gelukkig zijn er nog nostalgiek aangelegde lieden in omloop die de analoge nood weten te lenigen, en wel niemand minder dan de puike lieden van Grand Illusions, die zulks in poedervorm aanbieden.

Dus daar zat ik dan eindelijk in mijn badkamer, het rode lampje voor het gemak in de plafonnière gestopt en de drie borden met gif chronologisch voor me op een rijtje: 1. Ontwikkelaar; 2. Stopbad; 3. Fixeer. Ook omtrent de chemicaliën zijn allerhande strikte richtlijnen, betreffende verdunningsverhoudingen, temperatuur en maanstand, maar ik had geen zin om me daarin te verdiepen en aangezien het pakket dat ik besteld had een navulpakket betrof dat geen aanwijzingen bevatte aangaande hoeveel poeder je in hoeveel water moest doen (laat staan of het geen oude paardenzeik was die je moest gebruiken) eerst maar eens een testje gedaan om te zien of het spul überhaupt werkte. En jawel: een snipper fotopapier die ik even onder een lamp had gehouden kleurde ogenblikkelijk donker zodra ik hem in bord 1 gooide. Het stopbad (niet meegeleverd omdat je dat zelf kunt maken van water met een drup azijn erin) deed het ook, en de fixeer klaarblijkelijk eveneens.

Ha! Dus kon ik aan de eerste echte foto beginnen, te beginnen met de laatste, die zich nog in het camera obscuraatje bevond. Nu kwam het erop aan de juiste dompeltijd te betrachten, want stel dat de belichting te lang was geweest, dan is je negatief binnen drie seconden zwart en je foto dus voorgoed verloren. Zodoende met een wasknijper in de aanslag om het negatief indien nodig als de bliksem naar bord 2 over te hevelen. Maar er gebeurde helemaal niets. Minutenlang bleef het papiertje wit, ondanks enthousiast roeren met mijn vork. Pas na lange tijd begon het een beetje grijzig te worden en een paar onbestemde spikkels te vertonen, maar daar bleef het dan ook bij. Terug in het licht was er van enig herkenbaar tafereel in de verste verte geen sprake.

Snert met erwten, was mijn belichting dan dus juist veels te kort geweest? Het gaatje te klein? De afstand tot het fotopapier te groot? Maar toen begon me te dagen dat het laatste negatief dat ik in 2008 in het doosje had geplaatst helemaal nooit niet gebruikt is geweest geworden, dus dat je de koekoek haalt dat de paus katholiek is. Het tweede papiertje dat ik ter ontwikkeling onderdompelde gaf binnen enkele seconden sjoege, in de vorm van een duidelijk herkenbare ladder: de testfoto die ik thuis uit mijn raam had genomen. Jahoe & Goegel!

En zo was ik enkele kwartieren later in het bezit van zes echte eigenmaakte pinhole-negatieven. Ondanks twee jaar wachten en minstens tien factoren van onzekerheid waren ze gewoon gelukt! Zelden had een mens zo’n kneukel om een paar stukjes indistinct bevlekt papier.

De eerste van het stel bleek ook meteen de goedst gelukte: de overige waren behoorlijk aan de overbelichte kant, waaruit ik kon opmaken dat tien minuten belichting bij heldere zonneschijn dus teveel is. Bij nacht echter is zelfs een halfuur niet genoeg, zo leerde mij de enige mislukte foto van het stel. Ook bleek dat er een goede reden is waarom je negatieven niet met je vette vingers moet aanraken.

Het enige wat me nog te doen stond was de foto’s positief maken. Vroeger ging dat met behulp van een vergrotingsapparaat waarmee je de negatieven op een stuk fotopapier projecteert dat je dan weer apart moet ontwikkelen, maar het huidige digitale tijdperk heeft ook zo zijn voordelen, in de vorm van scanners en volkomen legaal verkregen fotobewerkingssoftware®.

En zie dan na een lang verhaal eindelijk daar: de vijf prachtigste baggerfoto’s die ik ooit heb gemaakt!

Speldeprikfoto’s Deel 2.

Speldeprikfoto’s Deel 2a.

11 gedachtes over “Speldeprikfoto’s

  1. Klaar! Dat was een spannend verhaal… Bij de bovenst foto’s dacht ik nog heel naïef dat dat ze al waren (wow! ik wist niet dat je daar zulke decente kleurenfoto’s mee kon maken!), hehe. Maar de echte zijn een stuk exotischer :)

    Like

    1. Dank! Ik heb er zelf ook wel pret mee. Intussen ben ik alweer nieuwe pinholefoto’s aan het schieten (ofnouja, lafjes met een lasso naar aan het gooien), nu ik een beetje weet hoelang ik moet belichten. Dus, mocht er nog iemand op de foto willen, dan kunt u nu inbell’n.

      Like

      1. Ik denk niet dat ik er toe in staat ben om daar lang genoeg voor stil te zitten. Ik heb nog wel ergens een dinges… Die vind dat vast leuk. Al stem ik toch voor John the Notpanda

        Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s