Besjes

Een schrift dat bestaat uit trossen van aaneengeklonterde bolletjes, besjes, bubbels, kikkerdril, trypofobietriggerende trilobietenogen of wat je er ook maar in meent te zien. Ik heb nog niet echt een naam (Kikkerdrab? H’mm), dus roep vooral.

Het alfabet

Elke letter van het alfabet bestaat uit een tweetal bolletjes; woorden beginnen altijd met een ‘nulbolletje’ (zie verderop) dat als start-/oriëntatiepunt dient. Kleuren zijn niet nodig, die gebruik ik hier alleen om de schrijfvolgorde wat duidelijker te maken: nulbolletje groen, eerste letterbolletje lila, tweede letterbolletje roze.

De letterbolletjes onderscheiden zich naar hun groeirichting (Links, Midden of Rechts) ten opzichte van hun voorgaande bolletje(s) en naar de aan- of afwezigheid van een stipje. In korte vorm noteer ik de groeirichtingen met de letters L/M/R en de stipjes met onderstreping. RM betekent dan bijvoorbeeld: een Rechts-bolletje zonder stipje, gevolgd door een Midden-bolletje met stipje (die samen staan voor de letter c).

Nulbolletje

Het nulbolletje heeft zelf geen betekenis, maar fungeert als eerste aankoppelpunt in een woord. Het nulbolletje bevat steevast een stipje, dat zich tussen het centrum en de bovenrand bevindt, om de denkbeeldige middellijn te markeren en om de uiteindelijke tros bolletjes rotatieonafhankelijk te maken.

Een nulbolletje en zijn denkbeeldige middellijn

Woorden schrijven

1. Eerste bolletje in een woord

Wil je dan een woord schrijven, dan komt het eerste bolletje van de eerste letter in dat woord direct aan het nulbolletje vast te zitten.

  • Is het een L– of R-bolletje, dan trek je vanaf de bovenrand van het nulbolletje een boogje dat je aan de linker- resp. rechterrand van het nulbolletje weer laat landen.
  • Is het een M-bolletje, dan komen beide uiteinden van het boogje aan weerszijden van de middellijn te staan:
L/M/R bij allereerste bolletje in een woord
2. Verdere bolletjes in een woord

Voor alle volgende bolletjes die na het eerste bolletje komen betekenen Links, Midden en Rechts nét even iets anders:

  • Een L of R wil zeggen: trek een boogje linksom/rechtsom vanaf de rand van het laatstgeplaatste bolletje naar de rand van een (willekeurig) naburig bolletje.
  • Een M houdt in: beide uiteinden van het boogje dienen op hetzelfde (laatstgeplaatste) bolletje te staan. Waar precies op dat bolletje maakt verder niet uit; zolang er maar geen buurbolletje bij betrokken wordt, want dan krijg je dus een L of R.

Hier wat voorbeelden van hoe zulke niet-woord-initiële L-, M– en R-bolletjes er in het wild dan zoal uit kunnen zien:

Enkele voorbeelden van L/M/R elders in een woord

Voorbeeldwoord

Dus stel dat je bijvoorbeeld bolletje wilt schrijven (ik hoop niet dat ik gelazer krijg met bepaalde beschuitbranches door zo vaak dat woord te gebruiken), dan zoek je in het alfabet de b op en ziet dat die de vorm LL moet krijgen: tweemaal een Links-bolletje, beide zonder stipje.

Het eerste L-bolletje van de b is het allereerste bolletje in het woord, dus geldt hier de beschrijving onder 1. Eerste bolletje in een woord: de L komt met beide beentjes aan het nulbolletje vast te zitten en bestaat uit een boogje linksom vanaf de bovenrand.

Voor alle volgende bolletjes in het woord geldt de beschrijving onder 2. Verdere bolletjes in een woord. Oftewel: voor de tweede L van de b trek je vanaf de eerste L een boogje linksom en laat het eindigen op een zich aandiend buurbolletje (in dit geval het nulbolletje):

Precies hetzelfde doe je voor alle overige letters. Bij de o hoort de vorm MR, dus vanaf het laatstgeplaatste bolletje (de tweede L van de b dus) maak je een M-bolletje, oftewel een boogje dat met beide uiteinden op zijn voorganger staat; en vanaf die M maak je de R door een boog naar rechts te trekken en die op een buurbolletje te laten landen (hier andermaal de tweede L van de b):

Enzovoort tot aan het einde van je woord:

bolletje volgordebolletje kleur

Zoals dit voorbeeld laat zien mag je gerust in een kringetje bouwen: zolang maar duidelijk blijft wat bij wat hoort en in welke volgorde het moet worden gelezen.

Leesvolgorde 

Die leesvolgorde achterhaal je als volgt: ga altijd verder vanaf het minst-overlapte bolletje dat aan het huidige bolletje vastzit.

In het bolletje-voorbeeld hierboven zitten er aan het nulbolletje drie andere bolletjes vast: bolletjes 1, 2 en 16. Van die drie wordt 1 door het kleinste aantal andere bolletjes overlapt, dus moet je die als eerste lezen. Vanaf daar doe je precies hetzelfde: bolletje 1 heeft (naast het nulbolletje, maar dat hadden we al gehad dus dat valt af) bolletjes 2, 15 en 16 aan zich vast kleven; de minst-overlapte daarvan is 2, dus die lees je als volgende. Etcetera.

trypofobie  uurwerk

Plaats een reactie