Ideetje voor een topkaskraker. Geen dank, ik zie de miljoenen wel op mijn rekening verschijnen t.z.t.

Met dank aan het concept ‘mui’.
U houdt van krullerige Zuidoostaziatische schriftsystemen, maar u vindt Tamil en Malayalam en Kannada en Balinees bij lange na niet krullerig genoeg? Nou, dat hadden de Singalezen nou ook.
Er zou toch echt eens een term moeten komen voor “als iemand hier bij wijze van fictie mee aan zou komen zetten zouden mensen het onrealistisch vinden”. Kijk al die fantastische barokke pliepjes en fnupjes dan, daar kom je toch in je stoutste dromen niet op.
Nee, het geval wil namelijk dat ik namelijk daadwerkelijk momenteel aan een fictief schriftsysteem aan het sleutelen ben dat toevallig namelijk een klein beetje op Singalees blijkt te lijken (zo kwam ik erop om deze post te posten), maar dan bij lange na zo krullerig (en mooi) niet. Moet nog even een paar millenniumpjes doorevolueren denk ik.
(Scusi. In het Engels schrijf je het met een h, maar in het Nederlands met een g. Gedoe met die exoniemen ook altijd.)
Mijn geboorteland van een afstandje doorheen een verrekijker.
Dat het eiland boven de horizon lijkt te zweven komt niet door een stuk hemelkleurig water dat daar toevallig drijft (want dat komt ook voor: zie onderaan deze post), maar door een warm dekentje lucht boven het zeeoppervlak dat zorgt voor een mooi exemplaar van een subtiele luchtspiegeling. Meerbepaald een “neerwaartse luchtspiegeling” (inferior mirage), omdat het spiegelbeeld zich onder het echte ding bevindt:
Andersom kan namelijk ook, als er een warmere luchtlaag boven een koudere ligt en de weerspiegelingen juist boven het origineel komen te hangen. Dan heet het – je verwacht het niet – een “opwaartse luchtspiegeling” (superior mirage):
Ik moet altijd weer even enorm hersenkraken wanneer je ook alweer welk type spiegeling krijgt, waarbij ik dan traag & fronsend de volgende denkstappen doorloop:
Pfoei. En dan schijn je nog ingewikkeldere takken natuurkunde te hebben. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon meteen doorstoten naar de vuistregel: de reflectie bevindt zich aan de kant van de warmere luchtlaag.
En dan zijn er ook nog allerhande complexe combinaties van op- en neerwaartse luchtspiegelingen mogelijk, wanneer er meerdere warmere/koudere laagjes lucht bovenop elkaar gepannenkoekt liggen c.q. in elkaar overvloeien. De extremere gevallen daarvan, waarbij vaak bizarre vervormingen en soms ook nog bewegingen optreden, noem je fata morgana. Met muziek van Ruud Bos.
Overigens is dit:
dan weer geen luchtspiegeling, hoe hard de virals het ook roepen, maar een gevalletje “stuk zee aan de einder met globaal dezelfde tint als de hemel waardoor je het niet ziet en denkt dat de horizon begint bij het donkerdere stuk zee eronder“. Een dode weggevert dat hier niet wordt geluchtspiegeld is het gebrek aan, wel, spiegeling: het schip hangt niet ondersteboven.
Hop, nou we toch bezig zijn. Hier alweer een schrift.
In oude mappen struinen diept af en toe ideeën op die indertijd niet verder dan een idee zijn gekomen. Soms geheel terecht omdat het bijvoorbeeld een flutidee was; soms alsnog de moeite waard om op voort te bouwen. Zoals deze schets voor een “kabelschrift” van een krappe elf jaar geleden.
Daar heb ik nu dit van gemaakt (andermaal: alfabetbedeling kan nog veranderen):
Ajup, ’t is weer eens een ernstig gevalletje veels te op elkaar lijkende vormen, maar puh, ik vind het er leuk uitzien. Al heeft het meer weg van kettingen dan van kabels, dus misschien een naam in die richting doen. Omdat ik een onverklaarbaar zwak voor Zweeds heb leek me Kedja (spreek uit “sjee-dja”) dan bijvoorbeeld wel aardig.
Update onderaan: Ea merkt op dat het een plan zou zijn om de afzonderlijke kabels hun eigen kleur te geven. Met die gedachte had ik inderdaad ook gespeeld, en haar verworpen omdat je zoiets niet per individuele letter kunt doen zonder kleurbotsingen te krijgen:
Maar je ketting achteraf inkleuren nadat hij klaar is kan natuurlijk wel:
Waar de lieden van Numberphile ons vast over kunnen vertellen hoeveel kleuren je mini-/maximaal nodig hebt om te zorgen dat eenzelfde kleur zichzelf niet raakt.
Wat óók nog kan, maar dan wordt het wel een hele malle toestand allemaal, is de letters om en om aan elkaar koppelen, zodat je echt een beetje de breipatronen krijgt die Ea in haarzelfde commentaar opwerpt. Van links naar rechts lezen werkt dan beter dan van boven naar beneden, en loze ruimte kun je opvullen met extra draden:
En dat dan weer inkleuren:
Nou. Ik zie de desbetreffende trui graag tegemoet, haha. Dank ook weer hier aan mijn lezers voor de inspirationele interactie!
Update bovenaan: Die redundante symmetrie waar ik hierverderop over prakkizeer vind ik eigenlijk bij nader inzien haar charme wel hebben, vooral als je de boel verticaal draait:
En ik overweeg inmiddels redelijk serieus de naam Krokopac, vrij naar Fusica’s observatie. Oogt wel lekker Aztekerig ofzoiets. Tweewerf dank!
En, om in de Pacmanhoek te blijven, zwaar verpixeliseren werkt ook wel leuk:
‹‹‹‹ ◦◦◦ ››››
Een naderpluizenswaard concept voor een schrift: “positieve” en “negatieve” vormen, die samensmelten dan wel hapjes uit elkaar nemen, al naar gelang hun onderlinge positief-/negatiefheid. Jazeker.
Hier alvast een alfabet (nog niet definitief):
De gekleurde vormen zijn positief, de kleurloze negatief. Om tekst te schrijven plaats je de vormen overlappenderwijs tot de helft over elkaar heen, waarna vervolgens elk naburig letterpaar één van de volgende interacties met elkaar aangaat:
De bètaknobbelige lezer zal in de smiezen hebben dat deze interacties per saldo globaliter linea recta neerkomen op hoe Venndiagrammen werken. Positief + positief = vereniging (“klont”); positief + negatief = verschil (“hapje”); negatief + negatief = doorsnede (“eiland”). Maar dan met lolligere vormpjes dan alleen ellipsen, en je bouwt er langere rupsen mee, want om er immers tekst mee te schrijven.
Bijvoorbeeld karnemelk:
Of Drabkikker:
En dergelijke.
Zoals het meestal met mijn schriften gaat ben ik nog broeiende op een prettigere letterverdeling (bijvoorbeeld om van die lange reeksen positieve vormen als in Drabkikker te voorkomen) laat staan een naam, en ook realiseerde ik me gaandeweg dat de boven-/onder-spiegelsymmetriciteit van de vormen nogal efficiëntieverspillend is want aan één van de helften heb je immers al genoeg voor een begrijpelijke boodschap zodat het zonde zou zijn om dat gegeven niet nog op de een of andere leuke manier uit te buiten. Daarover meer in de komkommer- c.q. pruimentijd.
Ik wierp deze blogpost eens door Google Translate, uit benieuwdheid hoe ze daar dealen met mijn rare taalgebruik, en ik sta toch lichtjes versteld hoe coherent de boel eruit komt. Vooruit, een schrift is in deze context geen notebook, een hapje geen snack en een vereniging geen association, maar ik vind het tamelijk knap hoe bijvoorbeeld “naderpluizenswaard” resulteert in interesting, “bètaknobbelig” in beta-knobby en “per saldo globaliter linea recta neerkomen op” in roughly boil down to:
An interesting concept for a notebook: “positive” and “negative” forms, which merge or take bites apart, depending on their mutual positive/negativeness. Yes, of course.
Here’s an alphabet (not final yet):
The colored forms are positive, the colorless negative. To write text, place the shapes overlapping half way over each other, after which each adjacent letter pair interacts with each other in one of the following:
– Two positive forms fuse into one lump.
– A negative shape takes a bite out of a positive shape (left bites right or right bites left).
– Two negative shapes only keep their common central island.[Positive and negative letterforms and their possible interactions.]
The beta-knobby reader will have in the mind that these interactions roughly boil down to how Venn diagrams work. Positive + positive = association (“lump”); positive + negative = difference (“snack”); negative + negative = cross section (“island”). But then with funnier shapes than just ellipses, and you build longer caterpillars with them, because after all, to write text with them.
For example buttermilk:
Or Drab frog:
And such.
As is usually the case with my notebooks, I’m still brooding on a more pleasant letter distribution (for example to avoid those long series of positive forms as in Drabkikker) let alone a name, and I also gradually realized that the upper/lower mirror symmetricity of the form is rather wasteful because one of the halves is already enough for an understandable message, so it would be a shame not to exploit that fact in some fun way. More about this in the cucumber or plum season.
Voort-hersenwaaiend op het concept “schrift met vormen die zo min mogelijk van elkaar verschillen” hier alvast een soortement vergelijkbaar idee waar ik al eens vaker mee heb gespeeld (en waar ik vast de eerste c.q. enige niet mee ben): hoe drastisch kun je lettervormen versimpelen tot ze nog nét hun ontcijferbaarheid behouden?
Vrij drastisch, blijkt. Bekijk bijvoorbeeld onderstaande klodders en zie hoe ver u komt. Tip: afstand nemen en door oogharen kijken helpt.
Geinig hoe dat best goed gaat, nietwaar? (Zo niet, tjek de oplossing en daarna kunt u het gegarandeerd niet meer ont-zien.) Ons oog is een meester-pareidoleet, met dank aan alle voorouders die een struik aanzagen voor een sabeltandtijger in plaats van andersom.
Wat hier natuurlijk een vette vinger in de pap heeft zijn dingen als woordbeeld en vooropkennis van de taal, waardoor onduidelijkheden uit de context kunnen worden geraden, zodat hier wel iets moet staan en niet lolo:
Had ik in plaats van iets Nederlands een tekst in, zeg, het Kwakwaka’wakw geklodderd, dan was uw vlieger beduidend belabberder opgegaan (even gevoeglijk aannemende dat u geen Kwakwaka’wakwspreker bent).
Leuk experiment. En meteen een nieuw schrift erbij (al is “Palatino Linotype helemaal de moeder blurren en daar een contrastlaag overheen knatsen” misschien niet de origineelste verdienste), dat ik dan maar Klodder zal noemen.
Waar je dan weer dit soort effecten op kunt loslaten:
Misschien is dit een idee voor een subtaaldrabcategorie “kijk welk schrift ook bestaat”, maar dat hangt er een beetje van af hoe vaak ik een schrift tegenkom waar ik blogaandrang van krijg. Hoe dan ook. Kijk welk schrift ook bestaat: Sogdisch.
Sogdisch is een oude Iraanse taal waar ik verder niets over weet, maar het schrift vind ik mooi, zij het wellicht een tikje onpraktisch. Je hebt van die schriften waarbij je denkt: gezien hoe dik de lijnen zijn die je pen (kwast, griffel, dinges) maakt, zou je de letters gewoon niet wat groter schrijven? Dan zie je het verschil ertussen wat beter. (Zie bijvoorbeeld ook: Elefantine-Aramees, waar ik dan ook nog de tip aan zou toevoegen: misschien niet zo allemachtigs lelijk schrijven?) Maar goed, wie ben ik hè.*
* De man die eens flink een schrift gaat bedenken waarbij de tekens expres zo min mogelijk van elkaar verschillen. Dát ben ik.
Dat het internet dit hilarische concept nou nog niet eerder heeft bedacht.
Haha, ik wek inspiratie bij mijn gevolg. Hieronder volgen enkele opwerpselen uwens inzendens. Doe er vooral meer als u zin heeft!
Update: Now breaks my wooden shoe. http://www.atoptics.co.uk is back online. Our prayers have been heard (and Les Cowley is now a redditor)! Blimey, this is good news, honestly. Thank you, Les!
◡
—‹⊙›—
I’m doing this one in English because it’s important, at least for those interested in atmospheric optics: halos, sundogs, rainbows, iridescent clouds, glories, light pillars and every other wondrous thing to look for when light meets the sky (or ground. Or water. Or soap bubbles. Or butterfly wings).
Several weeks ago, it was noticed that the number 1 authoritative online resource on the topic for the past 24 years, http://www.atoptics.co.uk, was suddenly down. My hope was that this was temporary and due to the founder, the magnificent Les Cowley, having decided to do some updating, cleaning or otherwise twenty-first-centurifying the site.
But alas, it now turns out that he has consciously decided to take the website down for good. Read about it here at the atoptics subreddit (which Blinde Schildpad and I co-founded back in 2012, although neither of us have been active members for a long time). The site has even been excluded from archive.org, meaning that Atoptics is simply gone forever.
Apparently Les is disinclined to elaborate on the reasons for his decision (though this comment probably gets the gist of it), which he has all the right in the world to be, but in total earnest: this is a serious loss for the entire community of optics enthusiasts. The website was an unsurpassed treasure trove on the topic, teeming with photos, information, applets, research, diagrams and whatnot on the ins and outs of every optical phenomenon imaginable and the physics underlying them. Aw! Bummer. This was the site that got me looking at the sky!
Bummer indeed. Now where should we enthusiasts go, or send the uninitiated? Of course, heaps of decent information on atmospheric optics can be found scattered elsewhere across the web and in these things called “books” (See the list at the bottom of this post) and the subreddit gang are discussing setting up an alternative so who knows what’ll grow out of the ashes, but it will be hard to come even close to a place that presented everything so thoroughly, attractively and comprehensively in one spot as Atoptics did.
So, yeah. Thank you, Les (honestly), for the beautiful things you have given us, and may the Brocken Spectre haunt you (just a little) for taking them away from us again. Let a new generation arise and carry forth the legacy!
Some online alternatives of varying decency include:
These are some pretty good books on the topic:
Bloginspiratiegebrek. Filmpjesgeschiedenis altijd goed als vuller. Plezier ermee.