Sommige mensen leren het ook nooit, dat de manier om nader tot de jeugd te komen niet is door haar taalgebruik te imiteren. Averechtser dan dat is simpelweg niet mogelijk.
Verrassend vaak lijken de mensen die dit niet doorhebben te behoren tot de vervaardigers van religieuze jongerenlectuur. Ik citeer hier enkele hooglichten uit de inleiding tot de Groot Nieuws Bijbel van het NBG, 9e herziene druk, 2001:
‘Zou Jezus ook een eigen homepage op internet hebben?’
Ik denk het wel.
Tenminste, als Jezus een jaar of twintig geleden bij jou om de hoek geboren zou zijn.
Hij is namelijk nogal modern.Onze God heeft geen homepage, maar hij heeft wel public-relations-medewerkers.
Zeg maar: ‘reclamemakers’.
Maar ja, je weet hoe dat vandaag de dag gaat met reclame.
Zap.
Weg.
Gelukkig maar, straks blijft dat melodietje nog in je hoofd hangen ook.God heeft me trouwens wel een stel PR-medewerkers zeg!
En je komt ze nog dagelijks op straat tegen ook.
Is het niet op straat of in de trein, dan is het wel op tv. […]
Niet altijd even geslaagd.
Toch?
Niet dan?Een God die zoveel regels geeft? En zoveel heeft verboden?
Nooit lacht, nogal onzichtbaar is en uiteindelijk nog gaat oordelen ook?!
Kan niet goed zijn.
Geen wonder dat hij zoveel aan PR moet doen.Vandaar dat God een handboek uitgaf.
Als je z’n PR-medewerkers even zat bent, kun je gelukkig nog Back to Basics.Hou je van iemand?
Ben je verliefd?
Raak je wel eens opgewonden, boos, super frustie?
Knallen de tranen wel eens zo erg uit je kop dat je denkt dat je de enige bent die deze rottigheid meemaakt?Voetballen is teamwork.
Geloven is ook: ‘Sámen ga je voor de cup.’Hoe speel jij?
‘Fair Play’, is het motto van de christelijke ‘bondscoach’, Jezus Christus, ook wel ‘Wonderbare Raadsman’ genoemd.
En zijn raad staat in het boek dat je nu leest. (Nou ja, het begint eigenlijk pas na dit introotje.)God zoekt contact met jou. Hij doet dat op een creatieve manier.
Dwars door de verhalen en de gedichten en de spreuken en de liederen heen komt steeds weer die stem van God die jou aanspreekt in jouw situatie:
‘Kom op Arjan, kom op Nanette, kom op Martine,
Ik heb een plan met je leven.
Ik wil je God zijn.
Ik wil dat jij m’n kind bent.
En zo zeven pagina’s lang.

U ziet het: lekker korte zinnen, één per regel, beetje ellipsis, hier en daar een Engels woordje en een welgeplaatste afko uit 1987, dat spreekt de jeugd aan!
Laat ik u voor eens en voor altijd mededelen, heren dames jeugdpastors, rappende politici en alle andere volwassenen die proberen ‘hip’ over te komen: Dit Werkt Niet, Dit Heeft Nooit Gewerkt, En Dit Gaat Ook Nooit Werken. Niet alleen is dergelijk ‘op de hurken’-taalgebruik tenenkrommend beschamend, het is bovendien neerbuigend en respectloos tegenover je publiek. Jongeren zijn geen debielen. Praat normaal tegen ze. Misschien dat ze dan die Bijbel een keer gaan lezen.
PS. Voor de duidelijkheid: mijn opmerkingen gelden dus de inleiding tot de Groot Nieuws Bijbel. Van de daadwerkelijke bijbeltekst is de – wijselijk anoniem gebleven – introductieschrijver gelukkig afgebleven. Anders was dat waarschijnlijk zoiets geworden:
Hee gozers en meiden, kom er eens relaxt bij zitten.
Heeft iedereen zijn Fanta? Check.
Moet je horen: God, jullie weten wel, die fijne bondscoach van ons, was er ook al toen Ludo nog niet in GTST zat.
Dat is echt vet lang geleden.
Mogen jullie raden wat-ie deed, de hele dag.
Zweven! Over de wateren! Met zijn Geest!
Cool, niet?
Alleen, het was nogal donker, vond God.
Net of het lampje van zijn crossfiets ermee opgehouden was.
Dus raad eens wat hij toen voor onwijs gaafs deed?
Etcetera. H’m, misschien hebben ze nog wel een vacatuurtje voor me liggen.