Maand: juli 2022

Luchtspiegeling

Mijn geboorteland van een afstandje doorheen een verrekijker.

Terschelling
Klikken maakt groter.

Dat het eiland boven de horizon lijkt te zweven komt niet door een stuk hemelkleurig water dat daar toevallig drijft (want dat komt ook voor: zie onderaan deze post), maar door een warm dekentje lucht boven het zeeoppervlak dat zorgt voor een mooi exemplaar van een subtiele luchtspiegeling. Meerbepaald een “neerwaartse luchtspiegeling” (inferior mirage), omdat het spiegelbeeld zich onder het echte ding bevindt:

Een neerwaartse luchtspiegeling

Andersom kan namelijk ook, als er een warmere luchtlaag boven een koudere ligt en de weerspiegelingen juist boven het origineel komen te hangen. Dan heet het – je verwacht het niet – een “opwaartse luchtspiegeling” (superior mirage):

Een opwaartse luchtspiegeling

Ik moet altijd weer even enorm hersenkraken wanneer je ook alweer welk type spiegeling krijgt, waarbij ik dan traag & fronsend de volgende denkstappen doorloop:

  • Als lichtstralen van een spulletje met een lagere dichtheid naar een goedje met een hogere dichtheid stralen (bijvoorbeeld van lucht naar glas), buigen ze af in de richting van het mediumpje met de hogere dichtheid;
  • Warme lucht is lichter dan koude lucht (want stijgt immers op; zie luchtballon), waaraan je kunt onthouden dat warme lucht een lagere dichtheid heeft en koude lucht een hogere;
  • Dus als er een koudere luchtlaag bovenop een warmere ligt, buigen de lichtstralen naar de laag met de hogere dichtheid, oftewel de koude, dus omhoog;
  • Omdat ons oog niet weet welke kronkels lichtstralen hebben afgelegd voordat ze het oog bereiken en uitgaat van een rechte lijn, lijken opwaarts afgebogen stralen van beneden het originele beeld afkomstig te zijn, ergo een spiegelbeeld onder het echte ding te vormen.
  • En vice versa.
Koud boven warm => opwaarts gekromde stralen => neerwaartse luchtspiegeling
Warm boven koud => neerwaarts gekromde stralen => opwaartse luchtspiegeling

Pfoei. En dan schijn je nog ingewikkeldere takken natuurkunde te hebben. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon meteen doorstoten naar de vuistregel: de reflectie bevindt zich aan de kant van de warmere luchtlaag.

En dan zijn er ook nog allerhande complexe combinaties van op- en neerwaartse luchtspiegelingen mogelijk, wanneer er meerdere warmere/koudere laagjes lucht bovenop elkaar gepannenkoekt liggen c.q. in elkaar overvloeien. De extremere gevallen daarvan, waarbij vaak bizarre vervormingen en soms ook nog bewegingen optreden, noem je fata morgana. Met muziek van Ruud Bos.

Een fata morgana met niet minder dan vijf(!) afwisselend rechtoppe en onderstebovene reflecties van het origineel (zo te zien een boot).

Overigens is dit:

dan weer geen luchtspiegeling, hoe hard de virals het ook roepen, maar een gevalletje “stuk zee aan de einder met globaal dezelfde tint als de hemel waardoor je het niet ziet en denkt dat de horizon begint bij het donkerdere stuk zee eronder“. Een dode weggevert dat hier niet wordt geluchtspiegeld is het gebrek aan, wel, spiegeling: het schip hangt niet ondersteboven.

Cool effect niettemin, daar niet van.

Kedja

Hop, nou we toch bezig zijn. Hier alweer een schrift.

In oude mappen struinen diept af en toe ideeën op die indertijd niet verder dan een idee zijn gekomen. Soms geheel terecht omdat het bijvoorbeeld een flutidee was; soms alsnog de moeite waard om op voort te bouwen. Zoals deze schets voor een “kabelschrift” van een krappe elf jaar geleden.

Daar heb ik nu dit van gemaakt (andermaal: alfabetbedeling kan nog veranderen):

Ajup, ’t is weer eens een ernstig gevalletje veels te op elkaar lijkende vormen, maar puh, ik vind het er leuk uitzien. Al heeft het meer weg van kettingen dan van kabels, dus misschien een naam in die richting doen. Omdat ik een onverklaarbaar zwak voor Zweeds heb leek me Kedja (spreek uit “sjee-dja”) dan bijvoorbeeld wel aardig.

Kedja

Update onderaan: Ea merkt op dat het een plan zou zijn om de afzonderlijke kabels hun eigen kleur te geven. Met die gedachte had ik inderdaad ook gespeeld, en haar verworpen omdat je zoiets niet per individuele letter kunt doen zonder kleurbotsingen te krijgen:

Maar je ketting achteraf inkleuren nadat hij klaar is kan natuurlijk wel:

Waar de lieden van Numberphile ons vast over kunnen vertellen hoeveel kleuren je mini-/maximaal nodig hebt om te zorgen dat eenzelfde kleur zichzelf niet raakt.

Kabeltrui

Wat óók nog kan, maar dan wordt het wel een hele malle toestand allemaal, is de letters om en om aan elkaar koppelen, zodat je echt een beetje de breipatronen krijgt die Ea in haarzelfde commentaar opwerpt. Van links naar rechts lezen werkt dan beter dan van boven naar beneden, en loze ruimte kun je opvullen met extra draden:

En dat dan weer inkleuren:

Nou. Ik zie de desbetreffende trui graag tegemoet, haha. Dank ook weer hier aan mijn lezers voor de inspirationele interactie!

Klont/hapje/eiland

Update bovenaan: Die redundante symmetrie waar ik hierverderop over prakkizeer vind ik eigenlijk bij nader inzien haar charme wel hebben, vooral als je de boel verticaal draait:

En ik overweeg inmiddels redelijk serieus de naam Krokopac, vrij naar Fusica’s observatie. Oogt wel lekker Aztekerig ofzoiets. Tweewerf dank!

En, om in de Pacmanhoek te blijven, zwaar verpixeliseren werkt ook wel leuk:

Wakka wakka wakka.

‹‹‹‹ ◦◦◦ ››››

Een naderpluizenswaard concept voor een schrift: “positieve” en “negatieve” vormen, die samensmelten dan wel hapjes uit elkaar nemen, al naar gelang hun onderlinge positief-/negatiefheid. Jazeker.

Hier alvast een alfabet (nog niet definitief):

De gekleurde vormen zijn positief, de kleurloze negatief. Om tekst te schrijven plaats je de vormen overlappenderwijs tot de helft over elkaar heen, waarna vervolgens elk naburig letterpaar één van de volgende interacties met elkaar aangaat:

  • Twee positieve vormen smelten samen tot één klont.
  • Een negatieve vorm neemt een hapje uit een positieve vorm (links hapt rechts of rechts hapt links).
  • Twee negatieve vormen behouden slechts hun gezamenlijke middeneiland.
Positieve en negatieve lettervormen en hun mogelijke interacties.

De bètaknobbelige lezer zal in de smiezen hebben dat deze interacties per saldo globaliter linea recta neerkomen op hoe Venndiagrammen werken. Positief + positief = vereniging (“klont”); positief + negatief = verschil (“hapje”); negatief + negatief = doorsnede (“eiland”). Maar dan met lolligere vormpjes dan alleen ellipsen, en je bouwt er langere rupsen mee, want om er immers tekst mee te schrijven.

Bijvoorbeeld karnemelk:

Of Drabkikker:

En dergelijke.

Zoals het meestal met mijn schriften gaat ben ik nog broeiende op een prettigere letterverdeling (bijvoorbeeld om van die lange reeksen positieve vormen als in Drabkikker te voorkomen) laat staan een naam, en ook realiseerde ik me gaandeweg dat de boven-/onder-spiegelsymmetriciteit van de vormen nogal efficiëntieverspillend is want aan één van de helften heb je immers al genoeg voor een begrijpelijke boodschap zodat het zonde zou zijn om dat gegeven niet nog op de een of andere leuke manier uit te buiten. Daarover meer in de komkommer- c.q. pruimentijd.

Nauwelijks gerelateerd toevoegsel

Ik wierp deze blogpost eens door Google Translate, uit benieuwdheid hoe ze daar dealen met mijn rare taalgebruik, en ik sta toch lichtjes versteld hoe coherent de boel eruit komt. Vooruit, een schrift is in deze context geen notebook, een hapje geen snack en een vereniging geen association, maar ik vind het tamelijk knap hoe bijvoorbeeld “naderpluizenswaard” resulteert in interesting, “bètaknobbelig” in beta-knobby en “per saldo globaliter linea recta neerkomen op” in roughly boil down to:

An interesting concept for a notebook: “positive” and “negative” forms, which merge or take bites apart, depending on their mutual positive/negativeness. Yes, of course.

Here’s an alphabet (not final yet):

The colored forms are positive, the colorless negative. To write text, place the shapes overlapping half way over each other, after which each adjacent letter pair interacts with each other in one of the following:

– Two positive forms fuse into one lump.
– A negative shape takes a bite out of a positive shape (left bites right or right bites left).
– Two negative shapes only keep their common central island.

[Positive and negative letterforms and their possible interactions.]

The beta-knobby reader will have in the mind that these interactions roughly boil down to how Venn diagrams work. Positive + positive = association (“lump”); positive + negative = difference (“snack”); negative + negative = cross section (“island”). But then with funnier shapes than just ellipses, and you build longer caterpillars with them, because after all, to write text with them.

For example buttermilk:

Or Drab frog:

And such.

As is usually the case with my notebooks, I’m still brooding on a more pleasant letter distribution (for example to avoid those long series of positive forms as in Drabkikker) let alone a name, and I also gradually realized that the upper/lower mirror symmetricity of the form is rather wasteful because one of the halves is already enough for an understandable message, so it would be a shame not to exploit that fact in some fun way. More about this in the cucumber or plum season.