Maand: augustus 2020

Flutschrift

Wat ik u aan zelfbedachte schriftsystemen toon is meestentijds van tottevredenheidstemmende of dan toch tenminste daartoepotentiebiedende aard.

Onvermijdelijkerwijs echter ligt de berm van de weg naar glorie, triomf & succes rijkelijk volgestort met karnemelkpakken, babypoppenrompjes en pisvlekmatrassen, oftewel de ideeën die echt te flauw, lelijk of inspiratieloos zijn om als langgediend schriftbedenker zelfrespectabel mee uit de hoek te kunnen komen zetten zonder geheel terechte publiekelijke schandpaalnageling met tomaten.

Maar omdat ik vandaag een magistraal baggerhumeur heb laat ik er lekker toch eentje zien. Expres.

Daar het alfabet. U ziet, het begint al vol spruitjeslucht, want het is dus gewoon een oersaai één-teken-staat-voor-één-letter-systeem, zonder ook maar een poging tot verdere kwinken ter aanleuking. Leestekens? Cijfers? M’n rug op.

Vervolgens zijn alle letters gebouwd op exact hetzelfde vormstramien, wat in ieder Hoe Geen Stom Schrift Te Ontwerpen-handboek keihard bovenaan de lijst Don’ts staat te prijken met het Armeens als huilenswaard praktijkvoorbeeld. Dan ten slotte als kers op de vlaai zijn het ook nog eens gewoon bruut lelijke letters.

Nou, en die letters zet je dan achter elkaar zodat ze direct op elkaar aansluiten. Hoera, toch nog een halfwassen gooi naar vondstigheid. Die uiteraard al tachtig keer eerder is bedacht.

Dus. Bah.

En Wandelclub Hupsa Boys als het Rode Leger

Dit is zo’n dingetje dat me al een leven opvalt, maar niet voldoende om er nu eens helder achteraan te vragen hoe & wat. Filmkenners weten dit uiteraard al sinds heugenis dus grote kans dat ik u weinig nieuws vertel, maar dan weet ik het eindelijk zelf ook eens.

Alien

Namelijk het verschijnsel dat er bij de eventuele opening credits van een film/tv-programma een reeks van de belangrijkste acteursnamen langskomt, waarbij er dan ineens bij de laatste aan wordt toegevoegd welke rol die acteur speelt. “En X als Y.” Linda de Mol. Barry Atsma. Gijs Scholten van Aschat. Birgit Schuurman. En Philip Freriks als Abe Lenstra. Bijvoorbeeld.

Of hier een echt geval, op 0:53 in Indiana Jones and The Last Crusade:

Waarom wordt dat “als huppeldepup” erbij vermeld? En waarom krijgen we dat alleen van de laatste naam in de lijst te weten en van de rest niet?

Nou. Hierom. In het filmwezen is het kneiterbelangrijk op welke plaats een acteur in de lijst genoemd wordt, want geld en poen en doekoe. Billing heet zoiets, het woord zegt het al. Dus, iedereen wil op de eerste plaats, die natuurlijk voor de duurste en belangrijkste acteur is gereserveerd, in casu onderhavicu Harrison Ford. Op de tweede plaats staan is al een stuk sneuer (“Denholm Elliot”? Ohh, die), laat staan op de derde want dan ben je gewoon een van de zovelen die nog volgen.

The Wicker Man

Dus wat moet je dan als Sean Connery ook meedoet, die je natuurlijk niet tussen het grijze grauw wilt plempen maar om overwegingen des pennings ook niet aan de top? Dan plaats je zo’n belangrijke-maar-niet-belangrijkste acteur op de laatste plaats, want paradoxaliter staat de laatste plaats weliswaar later dan de voorlaatste, maar is hij vooraanstaander omdat er niets na staat. Als u me vat. In een rijtje als Annegrien, Fons en Kimberley is niet Fons de tweedst-belangrijkste, maar Kimberley, ook al komt die het derdst. Weet u dat voortaan ook als u nog eens een subtiele sneermail moet aanheffen (aan Annegrien bijvoorbeeld).

Psycho

Wel, en om zo’n ere-eindpositie in de credits dan nog wat extra uniekte te verschaffen kun je er nog iets bij zetten. Doet er in feite geen fluit toe wát er staat. Bekend van James Bond, hadden ze eventueel kunnen doen, maar de traditie is om dan de gespeelde rol te vermelden. Wel zo relevant.

Ik zou niet weten hoe ver die traditie terugreikt; mogelijk ver. Dat weten eerdervermelde filmkenners ongetwijfeld haarfijn, hen kennende compleet met nadere klovingen tussen de Radicaal-Postcitizenkanisten en het Vrijzinnig-Mélièssianistische Handgekleurdcelluloidbroedersgenootschap. Ofzo.

The Spy Who Loved Me