Schellak

Geïnspireerd door de jaloersmakende filmpjes van Clickspring (de man die onder andere al enkele jaren bezig is aan een zo ambachtelijk mogelijke replica van het Antikytherading) de bevlieging gekregen om eens mijn eigen Oostindische inkt te maken.

Ziet er namelijk nogal makkelijk uit. Recept vermeldt roet, water en schellak. Kinderspel. Okee. Schellak kopen dus. Rondgoogelen wat dat überhaupt eigenlijk is (een afscheidsel van luizen, blijkt), dingen vernemen als dat de lichte soort wordt aangeduid als ‘blond’, zakje bestellen op internet.

Mal spul. Het wordt aangeleverd als losse hard-karamel-achtige schilfertjes, die desgeprobeerd nergens naar smaken en nergens naar ruiken. Totdat je er een vlammetje bij houdt, dan komt er ineens een subtiele geur vrij, die raar genoeg fruitig, snoepjesachtig is. Komt door esters, opperen mijn daartoe strekkende contacten (= Frank).

Goed, die schilfers dus oplossen in water. Blijkt dat dat helemaal niet kan. Verhitten dan? Nee, daar wordt het alleen maar een dikke kauwgkommige massa van. Waar je verrassend lange draden uit kunt trekken, die daarna weer plastic-hard opdrogen.

Heu, maar dat recept dan? Ah, verpoederen. Goed. Stampiestamp in de vijzel, halve kamer onder de rondgesprongen snippers, weer die snoepjesgeur, voorraadje gruis. Lost nog steeds niet op, maar dat doet roet per slot van rekening ook niet. Blijkbaar moet het een soort suspensie worden, opperen mijn (etc.)

Ondertussen vernemen dat schellak wél oplost in alcohol. ’s Anderendaags fles daarvan inslaan bij drogist (‘Het is toch wel voor uitwendig gebruik hè’), en inderdaad: enige uren geduld en schudden later is het resultaat een stroperig potje schellak-lak, dat verleidelijk naar een goedkoop likeurtje ruikt.

Inmiddels al helemaal geen zin meer hebben om roet te verzamelen (het gruis van barbecuekooltjes blijkt niet zwart & fijn genoeg, dus dan moet je een fikkie stoken met een keramieken kom erboven, wat dus in de achtertuin zou moeten onder de welgemeende argusblikken van de buren, hmnèh) en in plaats daarvan lustig aan het lakken slaan met de lak.

Halverwege op het idee komen om er een blaadje bladgoud doorheen te roeren (want wie heeft er nou geen bladgoud in huis), zodat dingen behalve een hoogglanslaag ook nog brokkeltjes glinster meekrijgen.

Tevens na een geruime kwijttijd je macrolensje weer terugvinden, en ziedaar voilà, een hele avond pret!

7 gedachten over “Schellak

    1. Mbeh, ik heb inmiddels diep respect voor hoe zwart Oostindische inkt is die je in de winkel koopt. Ben na Ea’s tip van hierboven nogereis met een kaars in de weer gegaan, en na een uur had ik (behalve een rijkelijk bekaarsvet interieur) een miezepeuterig beetje roet bij elkaar waar ternauwernood een waterig puntje op een i mee zou kunnen worden geïnkt. Naar verluidt gebruikten de echte Oostindiërs verbrande botten. Ik zal eens rondkijken in mijn buurt of ik geschikte exemplaren kan vinden.


      Like

Geef een reactie op Ea ten Kate Reactie annuleren