Paradijsvogels was in de jaren 90 een tv-serie over excentrieke mensen, maar dan zonder de gladjakkerige hetgaateigenlijkovermijheid van een Rik Felderhof of Ivo Niehe. De maker is namelijk – de zelf ook licht excentrieke – Arnold-Jan Scheer, onder meer bekend van de onbekendere kanten van het Sinterklaasfeest, gegoochel en nog zo vanalles, en die laat de mensen gewoon zelf aan het woord. Verfrissend en ontroerend. Bekijk vele Paradijsvogels hier en nog veel meer daar.
Toetermesjogge zijn we met ons allen. Ademende strengels tegenstrijd, en daarom tegelijk zo fascinerend. Hoe dat zoal? Voor de wetenschappelijke kant van onze bizarre harsens hange men aan de lippen van rijkbebaard neurobioloog Robert Sapolsky:
Gooit u het liever over een wat levensbeschouwelijker boeg (zonder meteen naar het andere uiteinde van het koekwappiespectrum door te slaan), dan zijn bijvoorbeeld The Gifts of Imperfection en What Makes You Not a Buddhist tamelijk verfrissend. Met dank aan die andere rijkbebaarde heer voor laatstgenoemde.
* Sub-taaldrab-meta-aanhangseltje: Er blijken mensen te zijn die denken dat sapiens een meervoud is, en daarom dingen zeggen als ‘een homo sapien.’** Kun je boos over worden (hoezo, je bent zelf boos) maar woorden als bielzen en schoenen berusten op dezelfde ‘fout’ (het was ooit: één biel, twee biels; één schoe, twee schoen). Dus.
** Nog subber metabijvoegsel: Het blijkt dat Yuval Harari het zelf over ‘a specie’ heeft. Ik bedoel maar.
De Taalcanon, waarvoor ik indertijd een bijdrage heb geleverd over de geschiedenis van ons schrift, zal eerspoeds een (ongewijzigde) tweede druk beleven, dus wie ’m nog niet had, hou ’t in de gaten! Wanneer de verschijntijd precies is weet ik nog niet, maar ondertussen kunt u de site er nog eens leuk op herbladeren en/of/c.q. filmpjes kijken op het bijbehorende Youtubekanaal.
Aflevering van The Allusionist over het Scots, zegmaar het Fries van Groot-Brittannië. Verguisd als plat en boers, balancerend tussen dialect en taal, net niet helemaal begrijpelijk voor een nietspreker maar toch voldoende om een eind te komen. Probeer maar eens de vertaling van Harry Potter and the Philospher’s Stone:
Te doen, nietwaar? De zinsbouw is gewoon Engels, net als veel van de woorden maar dan een beetje anders uitgesproken (prood= proud, tae= to, wid= would) of van een wat archaïschere wandel (jalouse= suspect).
Niettemin ook de nodige woorden waarbij men even over het hoofd krabt. Sommige kennen we misschien wel uit de clichéhoek zoals wee= klein en bairn= kind (zelfde als in het Fries), andere zijn met een beetje kennis van breder Germaans ook nog wel raadbaar (braw= goed, toom= leeg, earn= arend, muckle= veel/groot; vergelijk Zweeds bra, tom, örn en mycke), of zelfs nagenoeg hetzelfde als in het Nederlands (ane= één, keek= kijken, bizzom= bezem, ken= kennen/weten).
Maar er blijft toch ook een setje termen over waar je zonder nadere inwijding niet gauw uitkomt. Zo is een mowsereen snor, een craigieeen nek, een bawdrinseen kat (haha, daar zou ik mowser beter hebben vinden passen), foonertis uitgeput, beglamouredis betoverd en fernietickleszijn sproetjes. U ziet, ook qua gevoelswaardewoordenrijkdom lijkt het Scots op het Fries.
Een welaardig nieuw schrift waar ik een beetje mee loop te pielen. Eenvoudige lettervormen, die er echter lustig op los ligaturiseren zodat het toch tamelijk complex wordt. Móói vind ik het nog niet specifiek; misschien wordt dat beter van meer cursievigheid. Hier in ieder geval een proefje. Het schrift loopt van rechts naar links en heet (voorlopig) Diagonaalschrift.
Update: Ferm schuintrekken geeft ook wel een leuk effect:
En dat dan een beetje rap & vies verkalligrafiseren: