Maand: maart 2018

Taaldrab 7: Vikingnamen

Hoe je als Noorman je kind kunt noemen. Adelaarhulp Godhelmdochter, bijvoorbeeld.

En zo heeft dr. Jakobszoon Kraaienvoorde nog veel meer toffe video’s inzake de Vikingistiek. Over hoe dat met die runen zit bijvoorbeeld. ‘Hee, wat handig, een compleet alfabet om onze taal mee op te schrijven. Kom, laten we de helft van de letters weggooien, mensen zien heus wel of je een ǫ of een æ bedoelt.’

Edit: Ajup, en in de serie Vikings hebben ze dus serieus Þórunn mislezen als Pórunn:

Taaldrab 6: Frooi

Oudgediend jong blogbezoeker annex medetaalverzinner Victor schrijft sinds kort korte verhalen, van lekker absurdistisch gehalte met vleugjes Herman Brusselmans enzo. Leest!

Er was eens een vliegtuig. Dat vliegtuig steeg op. Dat vliegtuig vloog. De lucht werd er zelfs door weggeduwd of zo, zo goed vloog dat vliegtuig.

Dat vloogtieg vluig maar door totdat het niet meer vloog, maar daarna vloog het weer wel. Ik weet nog niet wat er toen even gebeurde, toen het vluigteug even niet meer vloeg, maar vliegen is zeg maar niet wat er gebeurde.

Toen praatten de patiënten met elkaar. Passagier, ik moet passagier zeggen in plaats van  patiënten. Het zijn immers geen patiënten, want het vleegtoeg verleent immers geen medische, paramedische en/of verpleegkundige hulp aan haar inzittenden.

Verder

(Zoals iedereen weet is frooi uiteraard een leenwoord uit het Eftelings.)

Taaldrab 4: dt met JP

Een taalkanaal dat ik nog niet kende: dt met JP, vol nuttige tips ter Nederlandse-valkuilvermijding.

Hebben we ’m? Het is dus: Mijn nichtje probeerde tevergeefs te verhullen dat het de pot marmite aan gruzels had laten vallen; Ui, die lust ik niet en Deze banaan is haar beste tijd wel voorbij, dunkt me.

Zo moet het serieus volgens de officiële woordverwijsregels, want nichtjes zijn onzijdig (zoals immers alle verkleinde woorden), uien mannelijk en bananen vrouwelijk.

Voelt niet echt lekker hè? Nee. Dat komt namelijk omdat nichtjes helemaal niet onzijdig zijn, noch een ui specifiek mannelijke associaties oproept of een banaan dat je nou zegt vrouwelijke. De woorden ‘nichtje’, ‘ui’ en ‘banaan’ mogen onzijdig, mannelijk en vrouwelijk zijn, de zaken waar die woorden naar verwijzen doen gans hun eigen ding.

Niet verwonderlijk dan ook dat de officiële regels al geruime tijd worden beconcurreerd door een systeem dat voor veel mensen (vooral in niet-Vlaanderen) stukken logischer aanvoelt: verwijzingen niet baseren op zoiets abstracts als het geslacht van een woord, maar op de veel tastbaardere betekenis ervan:

Hij en die worden gebruikt om te verwijzen naar levende wezens of telbare voorwerpen. Hierbij geldt: hoe meer individualiteit, hoe vaker hij of die de voorkeur krijgt, zelfs als de grammatica het voorschrijft. “Ik vroeg mijn broertje of het meeging” is voor de meeste sprekers onacceptabel. Het wordt juist wel weer gebruikt aan de andere kant van het spectrum: voor stofnamen. Zelfs als het om dewoorden gaat als kleding, muziek of knoflookZij ten slotte wordt in de spreektaal alleen voor vrouwelijke personen gebruikt (en voor een enkele koe of kat). Zo is, spontaan en onbewust, een nieuw systeem van voornaamwoordgebruik ontstaan.

Aldus bestudeerd door taalkundige Jenny Audring (wier proefschrift hier uit 2009, en hier de powerpointpdf van de lezing die ze er vorig jaar over gaf op het puike symposium Goede redenen voor foute taal).

Leuk hè, dat evolutie zich ook gewoon in het heden voltrekt.

Mocht u het toch liever op de zwaar verouderde prescriptieve manier willen blijven doen: geslachten opzoeken (janee, van woorden dus dan hè) kan men bijvoorbeeld op Genus.

Taaldrab 3: Ini

Deze is leuk, met volhartige dank aan mijn Egyptische connecties. Een schaaltje met voetjes van zo’n zesduizend jaar oud:

ini.png

En wat heeft dit met taal te maken? Nou, behalve een keischattig object staan te wezen loopt het bakje tevens als twee druppels water te lijken op de* hiëroglief ini, een pot op poten die, niet verbazelijk, “brengen van spullen” betekent:

iniglyph.png

Dus dan denk je, wat cool, ze hebben een schaaltje gemaakt dat een hiëroglief uitbeeldt. Ja, behalve dan dat ze in Egypte (of überhaupt nergens) zesduizend jaar geleden helemaal nog geen schrift hadden! De vroegst bekende opduiksels zijn pas van zo’n half millennium later.

Oftewel, het schaaltje is geen kleigeworden hiëroglief, maar andersom! Of, misschien waarschijnlijker: beide gaan terug op dezelfde beeldspraak. Veel intuïtiever dan een letterlijk lopend bakje wordt het immers niet als je “brengen van spullen” wilt uitdrukken.

* Mijn Egyptische connecties en ik vinden allebei dat het het hiëroglief is en dat mensen die de hiëroglief zeggen stom zijn.

Taaldrab 1: Smörgås

Wel, nu mijn site dan gantselijc verfrischt ende opghepimpiseert is (goed kijken), misschien dan eens de gepaste gelegenheid voor een nieuw initiatiefje.

Drab houdt van taal, dat weten we allemaal. Maar déélt hij die liefde ook met vlag en wimpel met zijn toegenegen goegemeente? Onafdoende, zijnsdunks! Daarom bij dezen het opgevatte voornemen (zwijg, boeddha’s, ik zei voornemen, niet plan) om jullie, mijn vooral de afgelopen tijd smartelijk tekortgedane kijkblogkindertjes, in het hiernunavolgende gezettelijkertijd eens fijn met een klodder Taaldrab te besmeuren!

Korte berichtjes van taalgerelateerde aard. Schrift-, ook. Of dicht-, doe eens gek. Weetjes, vondstjes, verbazerietjes, etymologietjes, kalligrafietjes, wat mijn pad zoal maar kruist. Of dat van jullie, want suggesties, vragen, inzendingen en hartstochtelijke brieven in het N|uu zijn natuurlijk ook vet welkom!

Leuk, zin in. Hier dan zonder verdere doekjes om de brij het eerste deel in de reeks: waarom Zweden een (soort van) sandwich een smörgås noemen, wat namelijk botergans betekent: