Maand: oktober 2012

Haloween

Zoals u weet is mejuffrouw Sandy momenteel de oostkust van Amerika aan het opruigen, maar ze zorgt ook voor mooie bijeffecten. Luchten vol adembenemende halo‘s, welteverstaan. Schouw eens aan wat een hemelpracht!

 Meer? Artikeltje hier, artikeltje daar.

Update 2-11-2012. Voor de diehards: de halo’s in laatstvermeld plaatje (een extra opgecontrasteerde versie vindt u hier) zijn, van boven naar beneden:

Om mezelf te citeren: Dat zijn nou van die omstandigheden waarbij ik het woordje awesome wèl gepast vind.

Update 3-11-2012. David Hathaway, de NASA-employee die de foto heeft genomen, laat weten dat hij helaas geen foto’s heeft gemaakt van de rest van de hemel, waar naar verluidt de bijzonnenring de hele horizon omspande en zich 120° bijzonnen en Trickerbogen ophielden. Wel stuurt hij een buitengewoon inzichtelijke simulatie+legenda van het spektakel, verschaft door Les Cowley van Atmospheric Optics. Klik voor volledige versie.

Drabkikker in de Taalcanon!

Aanstaande 21 november vindt de presentatie plaats van het boek Alles wat je altijd al had willen weten over taal. De taalcanon. Een vondgroeve barstensvol weetjes over de meest uiteenlopende onderwerpen aangaande taal, van hoe je communiceert met doofblinden tot wat woorden precies zijn, of waarom Chinezen hetzelfde schrijfprincipe gebruiken als de oude Mesopotamiërs. Aan dat laatste heeft uw ondergetekende dienaar een nederige bijdrage geleverd in het hoofdstuk Letters, wat zijn dat eigenlijk?

Taalcanon

Update 12-11-2012: En de online Taalcanon is online!

 

Wie?? Roger? Nee, sorry, die woont hier niet.

Als kind al vroeg ik me af: als ik politieagent/taxichauffeur/ brandweerman/piloot word, krijg ik dan ook een cursus ‘portofoon ontcijferen’? Ik heb nooit, en tot op de dag van vandaag nog steeds niet, begrepen hoe een mens in vredesnaam in staat is KVHHCwahDstraGGG nul zeven WEWWHHGHH te horen en zonder ogenschijnlijk blikken of blozen te begrijpen dat er een opstootje is bij het Rembrandtplein.

Dan spring je na jaren voorbereiding van een epische negenendertig kilometer hoogte uit een weerballon, hebt een paar passende (potentieel) laatste woorden ingestudeerd, en het enige wat het publiek ervan meekrijgt is een amorfe kakofonie van geblaas en gekraak. Sorry Felix, dat kwam niet helemaal lekker door, kun je dat nog een keer doen?

Waarom is commerciële communicatieapparatuur van zulke baggerkwaliteit?

Antwoord: dat is die apparatuur helemaal niet, het zijn de gebruikers. Elke bruiloftsgast kent het fenomeen ‘tante Bep die de microfoon opeet’: veels te dicht op dat ding gaan staan praten zodat haar leutige ABC-rijmpje als een afgrijselijk vervormd geraas de zaal in tettert. Inclusief kunstgebit.

Afstand houden is het devies, weet je na zo’n ervaring dan ook. Maar wat doen die militairen, kosmonauten en parkeerbeheerders? Die brullen van drie millimeter afstand in hun apparaat!

Dan zou je toch zeggen: a) leer die mensen hoe ze dat ding moeten gebruiken; b) geef ze een ding waar je zo dicht op kunt praten. Die zijn er namelijk. Elke kwelende bakvis bij So You Think You Have A Voice heeft haar microfoon bijkans in haar amandelen en nog steeds perfect geluid. Waarom krijgen luchtverkeersleiders, buschauffeurs en productieplatformoperatoren dan van die afgeragde walkietalkies mee die elk pufje en smakje tot onherkenbare proporties opblazen?

Omdat ze niet willen dat wij meeluisteren, dat is het. Of dacht u dat het toeval was dat die sprong boven Roswell plaatsvond? Weerballon, túúrlijk.

HB3D

Eh, Drabkikker, wat is dit nu weer?

Wel. Dit is HB3D, een al wat ouder driedimensionaal schriftsysteem van me, dat buitengewoon goed uitvoerbaar blijkt in het op-één-na nerderigste* computerspel ter wereld: Minecraft. Zojuist las u het woord ‘interessant’; hieronder het bekende Oudnederlandse versje Hebban olla uogala:

Daar kan ik mij nou kneukwekkend mee vermaken hè.

*(Het àllernerderigste computerspel ter wereld is uiteraard Dwarf Fortress.)

Kalkoenkomeet 2013

Hou ‘m alvast even in uw agenda: rond kerst, herstel: Thanksgiving volgend jaar komt er een komeet dermate dicht langs de zon dat er een gerede kans is op spektakel. Zeker weten doe je het nooit met die ruimte-sneeuwballen, maar als hij meewerkt wordt hij zichtbaar bij daglicht en krijgt hij een staart die de halve hemel beslaat. Dit werk dus zegmaar (Hale-Bopp, 1997), maar dan potentiëel nog drie keer zo gaaf:

Dat kan leuk worden!

Borát: de Geen Merknamen Noemen Kwis

Hoe zal de heer Schuinens het ervan af brengen?

En ook:

De Kindje mag niet vroeg opstaan:

Amsterdammers Doen met Lily:

Een rare belevenis in Spanje:

Leuke dierenhumor:

De Mannen leggen uit hoe dat nou zit met Tong Picasso:

Kant wilt wel zult, maar hij magt niet

In de vroege dagen van Drabkikker schreef ik over het ogenschijnlijk toenemend gebruik van wilt voor de derde persoon: wie wilt er een kokosmakroon, hij wilt geen condoom gebruiken, e.d. Onlangs hoorde ik het een kennis ook echt uitspreken: Wilt er nog iemand van deze sla? Het fenomeen is dan ook verre van tanende.

We kunnen ervan vinden wat we willen, verklaarbaar is het verschijnsel volkomen: de derde persoon enkelvoud krijgt immers een –t achter de stam? Jep, alleen niet bij zogenaamde modale werkwoorden: willen, kunnen, mogen, zullen e.d. Wat wilt-gebruikers doen is orde in de taal aanbrengen waar die ogenschijnlijk ontbreekt, precies zoals het kind dat leert dat de verleden tijd –te krijgt en dus de vorm loopte bouwt. Helemaal goed, alleen jammer genoeg fout.

Dat wil zeggen, fout volgens de huidige regels. Taaltechnisch is er niets verkeerds aan, integendeel: de boel wordt er juist regelmatiger van. De kans is dan ook reëel dat hij wilt over enkele decennia wèl geaccepteerd Nederlands is, in het trotse gezelschap van die meisje en hun hebben. Lelijk? Tja. Moet je maar geen levende taal spreken.

Maar hoe zit het met de andere modale werkwoorden? Een taalwetenschapper weet dat een nieuwvorming nooit zomaar op zichzelf staat, maar opduikt op alle plekken waar de omstandigheden vergelijkbaar zijn. Oftewel: zien we die derdepersoons-t ook bij kunnenmogen en zullen? Komaan, dat zal toch niet?

Nou. Zie het voor uzelf.

Interessant is dat voor kunnen en zullen twee keuzemogelijkheden voorhanden zijn: kant vs. kunt, en zalt vs. zult. Er worden kennelijk twee verschillende gedachtegangen gevolgd: Ik heb een -t nodig, zoveel is duidelijk. Waar haal ik die?

  • Tactiek 1: ik neem de ‘foute’ (in mijn perceptie) derde persoon en plak die –t er zelf achter: kan + t = kant.
  • Tactiek 2: ik gebruik een bestaande vorm die die -t van zichzelf al heeft, te weten de tweede persoon: kunt.

En dat verklaart meteen waarom voor mogen slechts één versie voorhanden is (magt): tactiek 2 werkt daar niet, omdat de tweede persoon geen –t heeft (jij mag), en dus moet het wel tactiek 1 worden.

Tenzij je een Vlaming bent natuurlijk, want die hebben moogt voor de tweede persoon.