Maand: maart 2011

Noorderlicht

Ik heb het niet zo op kou, maar ik wil haar toch minstens één keer in mijn leven trotseren om dit te kunnen zien. Wauw.

(uiteraard even op HD en fullscreen zetten)

Hoe werkt noorderlicht? Ga hier eens kijken. Hoe zuiderlicht werkt vertellen we een andere keer.

En die zangeres is natuurlijk Lisa Gerrard, van Dead Can Dance, uweetwel. Zingt zoals gebruikelijk asemisch, voor u zich loopt af te vragen welke taal dat is. Now We Are Free, heet het nummer, van de soundtrack van Gladiator.

Via BoingBoing.

En we hebben een boek!

Hahaa! Zojuist een afgeladen pallet met mijn voltooide proefschrift binnengekregen!

Nu is het echt echt. Drabkikker heeft een boek geschreven. Al verknal ik de verdediging (nog krap vier weken, bibberdebib) finaal, dit nemen ze me niet meer af. Ha!

Lacunes in de taal 2: HOU IN GODESNAAM OP!

Kijkt u eerst even hiernaar, dan vertel ik daarna waar het over gaat:

Ja? Gezien? Leuk hè, die Heb Je Nog Geneukt Tour. Maar, houdt u vast: dit jaar wordt deze memorabele vertoning wegens overdonderend succes opgevolgd door Goeiesmorgens De Musical! Ik kom nú al niet meer bij!

Precies. U bent het roerend met mij eens dat het Nederlands per direct behoefte heeft aan een bekkende term voor ‘het verschijnsel dat artiesten die niet weten wanneer ze moeten ophouden uitsluitend nog tenenkrommende uitvergrotingen ten beste brengen van wat ooit goed was.’

Hoe gaan we dit noemen? Humorele Inflatie? Terminale Pretrek? Retrospectieve Zelfverkrachting? Roept u maar met uw suggesties.

π♫

Nou v’ruut mor, omdat het tof is uitgevoerd: pi op muziek.

Maareh, volgende keer even erbij melden dat je dat soort ideeën van Drabkikker hebt geleend hè?

Ongezonde doses karma

Okee. Zo veel mazzel is dus gewoon niet natuurlijk meer. Afgelopen zondag mijn dagboek in de trein laten liggen, bevattende aantekeningen vanaf januari 2009. Onvervangbaar materiaal. Insert ‘ontzettend stomme oetlul’ here.
NS-formulieren invullen, fietsenstallingen bellen, hopen op de goedheid van de mens. Dat een dagboek geen materiële waarde heeft kan een voordeel zijn (het wordt niet gestolen), maar net zo goed een nadeel (het wordt samen met de Sp!ts in de eerste de beste prullenbak gekieperd).
Mezelf verzoenen met het feit dat het verliezen van een dagboek niet gelijkstaat aan het verliezen van de belevenissen en overdenkingen zelf. Dat het bijhouden van een dagboek sowieso een futiele vastklamping aan het verleden is en een voedbodem voor gecultiveerde zelfzwelg. Dat dit een les in loutering is.
Hier vervolgens (op een los blaadje) weer dagboekaantekeningen over schrijven.

Krijg ik zojuist een email binnen van iemand die een ‘aantekeningenboek met een onleesbare tekst’ (ik schrijf mijn aantekeningen standaard in het Vioziaanse schrift) in de trein heeft gevonden en mij vervolgens getraceerd.
Dit is echt niet normaal. Ik bedoel. Waar verdien ik dit aan? Echt, gewoon. De goedheid van de mens. Beschermengelen. Dit, ik, wat de (etc.)

Goed. Maar dan nu. Deze meneer (het is een meneer) moet natuurlijk even terdege bedankt worden. Hoe? Ik kan hem uiteraard een bak gelds overhandigen, maar op de een of andere manier vind ik dat niet gepast voor het terugbezorgen van iets onvervangbaars. Kijk, ik hoef ook weer niet de rest van mijn leven de afwas bij hem te komen doen, maar iets wat mijn waardering op memorabele wijze tot uiting brengt zou leuk zijn. Heeft u suggesties?

Update 12-3-2011. Nou, ik heb het boek terug hoor! Hedenfraaielentemiddag kwam de meneer in kwestie het me persoonlijk op het station overhandigen, is dat nou niet geweldig? Uiteindelijk ben ik als beloning voor de niet-zo-creatieve restaurantbon gegaan, maar dan wel vergezeld van een hoogstpersoonlijke weergaloze tekening in Drabkikkerstijl en een loftuiting in het Vioziaans zodat hij wat te puzzelen heeft. Het was een sympathiek ogende jongen van om en nabij mijn leeftijd, maar de ontmoeting verliep wat houterig. Tja, wat kun je ook zeggen verder? ‘Nou, ik kon er helemaal niks van lezen.’ ‘Nee, haha.’ Op mijn mededeling dat hij een goed mens is zei hij ‘dat weet ik’, waarop hij zijn trein terug weer nam. Wonderlijk.

Maar goed! Het boek is terug en met retrospectieve kracht slaat me alsnog de hartverlamming om het lijf bij het zien van wat ik allemaal kwijt zou zijn geweest. Fjoew. Lof & hulde voor mijn beschermengel!