Dat het zo koud is.
Maand: november 2010
The Ghosts of Amsterdam
We vergeten nog weleens dat ‘vroeger’ voor de mensen van vroeger gewoon ‘nu’ was.
En dat ‘aan de andere kant van de wereld’ voor de mensen aan de andere kant van de wereld ‘waar Yeung’s huis gisteren nog stond’ is.
Borát: lenige rijst
Pret met hippies.
Borát: Etentje
Diepvriesdille. Onvergeeflijk.
Perpetuum (Im)mobile
Ahwww, wat aandoenlijk, deze jongen is er serieus van overtuigd dat hij bijna een perpetuum mobile voor elkaar heeft. Het blijft ook verleidelijk hè.
Uiteraard trapt elk knutselend jongetje vroeg of laat een keer in deze val, en ik moet zeggen dat ik ook niet direct zie waaròm dit apparaat niet kan werken,* maar het helpt wel als iemand je op een gegeven moment uit de droom helpt dat een perpetuum mobile per definitie een natuurkundige onmogelijkheid is.
Men kan zijn tijd wat dat betreft stukken beter verspillen aan iets wat wèl kan, namelijk een perpetuum immobile:
Met dank aan BoingBoing en Blinde Schildpad.
* Update: Ah, hierom niet.
Gastpost op Blinde Schildpad 10
Da’s lang geleden, een gastpost van Drabkikker op Blinde Schildpad! Maar het was het wachten waard.
Update: Joehoe, hier de oplossing!
Borát: Dichtbundel
Mat draagt voor uit eigen werk.
The Secret of Kells
Overigens moet u beslist deze lieve, ontroerende en bijzonder fraai getekende film gaan zien. Geïnspireerd op the Book of Kells, u weet wel.
Met dank aan mijn connecties in de oliebranche.
Wat? (2004-2010)
Waar het raakvlak tussen boodschap en bericht het mededeelzame aanroert, daar bevindt zich de communicatie. Als handvat van de ene hersenpan naar de andere hakt de mens stukjes werkelijkheid in rudimentaire vormen die als visvoer dienen voor de camera obscura die ons waarnemingsvermogen heet. Symboliek als concretie; omen als nomen. Maar de praktijk zou de realiteit niet zijn als er in die wrijving van discoursen niet onverhoopt een faux pas de deux optrad. De dichter kan zijn strofen nog zo zorgvuldig formuleren, de tanden die aan de vergankelijkheid van zijn medium knagen vallen buiten de perceptiekaders van hetgeen hij uit handen geeft. Schilderij wordt fotokopie; sonate wordt sirene. De brug tussen intentie en interpretatie is geslecht door het wanbegrip van het overdrachtelijke, de achteloze passant in een vacuüm van misverstane abstractie achterlatend.
Met zijn werk Wat? (2004-2010) tracht veelbelovend jong opkomend talent D. Rabkikker in een reeks foto’s zonder weerga de serendipische kinken in de kabel van de babylonische informatiemaatschappij op onopgesmukte wijze in beeld te vatten. Gebruik makend van het spanningsveld tussen ruw, slecht afgewerkt materiaal en impulsieve kadreringen slaagt hij er op vernieuwende, welhaast innovatieve wijze in om een effect te bereiken.