Hier dan op de rand van het weekend de vierde en laatste episode van de romance die Kees en Bijtske heet!
Het begin ontbreekt helaas.
Hier dan op de rand van het weekend de vierde en laatste episode van de romance die Kees en Bijtske heet!
Het begin ontbreekt helaas.
Simpel, maar erg verslavend voor de popubèta’s onder ons: een orbit-simulator. (Is er een Nederlands woord voor ‘orbit’? Ik geloof het niet.) Oftewel: hang een paar planeten in het luchtledige, geef ze een slinger en laat Newton* het verdere werk doen. Zo kinderlijk eenvoudig werkt een zonnestelstel nou. Maar zet uw instellingen wel goed, anders vliegen uw planeten tegen elkaar stuk, of met een rotgang de oneindigheid in.
*Ja, wijsneuzen, ik weet ook wel dat Newtons werk sinds 1905 door Einstein is overgenomen. Voor zo’n computersimulatie maakt dat echter geen reet uit. Ga nou maar fijn spelen.
En jawel hoor, hier deel drie van hoe het Kees Dijkstra en zijn vriendinnetje Bijtske vergaat:
Toe, dit is toch niet mogelijk? Dit moet uit een Pixar-film komen. Geen dier op aarde kan zó schattig zijn.
Update: het schijnt om jonge staartmezen te gaan. De staartjes moeten denk ik nog indalen, bij deze.
Djúút, da’s een goedgelukte glorie*!
Vind je het gek zeg (zwijg, Schildpad, met je overtuigende argumenten**), dat mensen in de Middeleeuwen dan dachten dat God een speciale bedoeling met je had.
* Glorie = atmosferisch verschijnsel veroorzaakt door lichtbreking in waternevel waarbij er zich een soortement van regenboog om je hoofd vormt (dat wil zeggen, het hoofd van je schaduw dan dus hè). Wordt ook veel vanuit vliegtuigen waargenomen. Gaat vaak samen (zoals ook hier) met een ‘Brocken Spectre‘; geen misdaadorganisatie onder leiding van een kale man met een litteken en een poes, maar een spookachtige schaduwprojectie van het eigen lichaam op voornoemde waternevel. Ik zou er op z’n minst contemplatief van worden.
** “Het moet toch toen ook wel opgevallen zijn dat terwijl Sint Hubergard het ding rond zijn hoofd zag, zijn stompzinnige knecht Bulwik hem rond zijn eigen hoofd zag, en niet rond dat van de gezegende Hubergard. En als er baardige heremieten met wilde ogen van de berg afdaalden met de mededeling: Jongens, ik hád me vanochtend toch een huis van een halo, dan moet toch de gemiddelde lijfeigene toch ook in eerste instantie aan honger, waanzin of die speciale zwammetjes gedacht hebben.“
U was natuurlijk wel benieuwd hoe het met Kees en Bijtske verder ging. Nou, zo:
Binnenkort deel 3!
Nee, geen nieuw boek van Dan Brown, maar een vraagstuk dat ik u graag wil voorleggen.
Naar aanleiding van mijn pagina over het Krulkwadraat krijg ik af en toe verzoekjes van mensen met de vraag of ik hun naam voor ze in het Hebreeuws wil maken, al dan niet in de krulversie. Dit brengt mij in een lastige vorm van tweestrijd. Ik ben enerzijds natuurlijk erg gevleid dat men mijn ontwerpen mooi vindt. Wat me anderzijds doet aarzelen is dat de mensen die die verzoekjes doen klaarblijkelijk zelf geen Hebreeuws kunnen lezen of schrijven, maar het gewoon een mooi schrift vinden. Het had ook Devanagari kunnen zijn zeg maar, of Mkhedruli. En de reden voor het naamverzoek laat zich dan ook vrees ik wel raden: dat gaat een borduurwerk worden, of erger: een tatoeage.
Iets in mij springt dan in de alarmstand. Waarom wil je een tatoeage in een taal die je niet kunt lezen? Precies: dat staat lekker mysterieus. Heej Sh’nana, chille tat meid! Wat staat er? – Nou LaTeesha, er staat זונה מכוערת, dat is Heeuwbreeuws voor ‘strength from within.’ – Jeuj, diep man! En nee, dat voorbeeld is niet fictief. Hele websites zijn er gewijd aan de afschuwelijke gevolgen van tatoeëren in talen die je niet kunt lezen. Hebreeuws in fonetisch Engels van links naar rechts geschreven behoort nog maar tot de minst beschamende voorbeelden.
Goed, zegt u, maar jij kan tenminste wèl Hebreeuws, dus dan behoed je in ieder geval een páár mensen voor levenslange vernedering. Maar toch, er voelt iets helemaal niet in orde. Het ‘lekker mysterieus’-aspect nog daargelaten; ik vind dat men op zijn minst de eigenaardigheden van een taal een beetje moet snappen voordat men ermee op zijn dij gaat lopen. Want wat bedoel je eigenlijk als je zegt: ‘ik wil graag mijn naam in het …’? Wil je dan de uitspraak weergeven? De betekenis? Hoe ‘vertaal’ je André Hazes in het Chinees? (ook dit voorbeeld is niet fictief.)
Het hangt er maar helemaal van af of je je naam in de desbetreffende taal überhaupt wel kùnt schrijven. Laten we het bij het Hebreeuws houden. Stel, je heet Fleur. Dat kun je letterlijk gaan vertalen; dat wordt dan ‘bloem’, pèrach in het Hebreeuws. Op zich een optie, alleen staat er dan dus niet ‘Fleur’, maar ‘bloem’. Liever een fonetische transcriptie? Dan heb je een probleem: in het Hebreeuws kan er geen f-klank aan het begin van een woord staan. De dichtstbijzijnde klank is de p. De l en de r hebben ze dan weer wel, maar helaas: de ‘eu’ niet. Het dichtst in de buurt komt de oe. Eindresultaat: Ploer. Leuk.
Dit is dus mijn dilemma. Wat vindt u? Moet ik mensen doodleuk hun naam in vreemde talen verstrekken zonder dat ze begrijpen wat er staat? Of moet ik ze ‘opvoeden’ en er een uitleg over de taal bij leveren? Of zegt u: ga voor optie drie en laat ze lekker geloven dat זונה מכוערת daadwerkelijk ‘strength from within’ betekent?
Maar wel een heel gaaf filmpje. Onbetwist de allermooiste scène uit 2001: A Space Odyssey: de vlucht naar het ruimtestation, begeleid door Johann Strauss jr’s An der schönen blauen Donau:
Wel even op fullscreen en hoogste resolutie zetten. Of beter: koop die film op BlueRay en speel ‘m af op die schandelijke plasmabak van u. Heeft u een héél klein beetje een indruk van hoe de oorspronkelijke bioscoopervaring moet zijn geweest.
Gut ja, het is Valentijnsdag. En Carnaval. En het sneeuwt! Hoe dan ook, Kees Dijkstra is helemaal in de stemming: