Een enquête van woonvoorkeur.nl:
Wilt u svp verboden roken?
Mijn medetypofiel Absent Martian was jarig, en als rechtgeaard hobbit deelt hij dan kadootjes uit. Wat ik van hem kreeg was geenszins een mathom, maar het uitstgebreide boek over typografie dat ik ooit onder handen heb gehad: Designing Type van Karen Cheng.
Dit is echt een werk waar je gegarandeerd geen vrienden mee maakt, of het moeten vrienden zijn die het leuk vinden urenlang te luisteren naar gemierenzift over de kantelingshoek van de binnenomtrek van de letter O, of de linksbovenschreef van de l, die uiteraard van een andere vorm moet zijn dan die van de d want anders gaat je hele zwarting in de war. En zo het hele alfabet door, elk hoofdstuk gewijd aan één enkele letter.
Zo ik al respect had voor fontontwerpers is dat nu tot aan verafgoding grenzende proporties uitgewassen. Eén mooie letter ontwerpen is nog tot daar aan toe. Maar een heel alfabet, inclusief cijfers, interpunctie, cursieven en vetten, dat compleet in balans is voor het oog, dat is titanenwerk.
En ik, onwetende, die wel even dacht met wat knip- en plakwerk een Vioziaans fontje uit Adobe Minion te fabriceren. Ha! wat was ik naïef. Eerst dit toffe geschenk maar eens van haver tot gort consumeren, en dan eens voorzichtig kijken of ik een i aandurf.
PS. Ere wie ere toekomt: via het inzichtelijke blog I Love Typography zijn wij (Absent Martian heeft er uiteraard ook een voor zichzelf gekocht) op dit boek gekomen. Test bijvoorbeeld eens uw lettertypenkennis in de Font Game.
’t Is alweer een tijdje terug, maar afgelopen oktober nam mijn vader me weer mee naar het Orgelpark, een toejuichelijk initiatief dat het verschijnsel orgel in al zijn verschijningsvormen koestert. In een luchthartig geherdecoreerd voormalig kerkgebouw in Amsterdam staan vier enorme en minstens evenzovele kleinere orgels opgesteld, waarop men geregeld uitvoeringen ten gehore brengt van allerhande allooi. In oktober is er steevast een weekend ingeruimd voor de minimal music, gewijd aan stukken van bijvoorbeeld Philip Glass, Steve Reich en Simeon ten Holt.
Van laatstgenoemde werd de bekende Canto Ostinato uitgevoerd, een sprookjesachtig meditatief werk dat uren voortkabbelt. Op de doorgaanse piano’s is dat al een genot om bij te wonen, maar de onderhavige begeleiding door orgel verleende het stuk dimensies die ik niet had vermoed. Gedurende het stuk verplaatste organist Aart Bergwerff zich van orgel naar orgel en nam in sommige passages het spel zelfs geheel van de pianisten over. Wonderschoon.
Na afloop raakte mijn vader met Bergwerff aan de praat en heb ik een cd van hem gekocht waarop hij de Canto Ostinato solo op orgel uitvoert, in de Lebuïnuskerk in Deventer. Zonder piano’s, maar niet minder prachtig. Sterker: hoe meer ik ernaar luister, hoe meer ik ertoe neig deze uitvoering mooier te vinden dan de pianoversie. Hier een fragment (Thema):
Koop de hele cd hier (niet op dat stuitende grafisch ontwerp letten).
Updeetje: de Canto Ostinato is sinds kort ook in een uitvoering op harp voorhanden, door ene Assia Cunego. En nee, dat is helemaal niet zo wanstaltig als u denkt. Luister maar:
Ik sta er telkenmale weer van verbaasd wat een variëteit aan schriftsystemen de mens heeft weten te ontwikkelen. Het is fascinerend om te zien wat een oneindig wijd scala de schriften van de wereld vertonen aan totaal verschillende esthetische principes, elk met zijn eigen unieke charme. Neem nu het Pallava, onlangs toegevoegd aan het enorme en immer groeiende repositorium van Omniglot:
Een mooi schrift wordt mijns inziens gekenmerkt door een juiste balans tussen tegengestelde principes. Zoals: sierlijk versus streng, of: regelmatig versus levendig. Een schrift met een overdaad aan krullen is sierlijk, maar te druk. Bestaat het juist uit alleen maar rechte lijnen, dan is het al gauw streng en afstandelijk. Regelmaat is beslist wenselijk, maar teveel regelmaat is weer saai. Het oog wil op zijn tijd een onderbreking van de sleur; maar zeker ook weer niet te veel, want dan wordt het een rommel.
Het Pallava houdt precies een aangenaam evenwicht tussen deze balanzen: tussen streng- en sierlijkheid door de juiste verhouding van rechte en krullende lijnen; tussen regelmaat en levendigheid doordat de zeer gelijkmatig vlakverdeelde letterlijfjes in precies de goede frequentie worden onderbroken door die energieke op- en neerhalen. Oi, wat fraai. Zo’n subtiele esthetiek ontstaat niet op een woensdagmiddag; daar gaan eeuwen van evolutie overheen.
Maar het zijn uiteindelijk de details die het karakter van een schrift echt bepalen. Kijk nou eens naar de afzonderlijke letters; laten we zeggen het teken voor de klank pha:
Dat schreefje linksboven, die bocht linksonder, dat inhammetje aan de onderkant. Die elementen hoeven helemaal niet, in termen van betekenisoverdracht: het schrift zou er qua begrijpelijkheid op geen enkele manier onder lijden als je ze achterwege liet. Maar feit is dat ze er zijn, en er aldus voor zorgen dat het Pallava er anders uitziet dan het Mixteeks. Of het Pali. Of al die andere duizenden wonderen van schriftkunst die de mensheid rijk is.
Een tijd terug stak ik hoog met de loftrompet uit de toren over het puike jaren-’80-radioprogramma Borát. Voor wie sindsdien wakker ligt in onstelpbaar onbegrip jegens waar ik het over had: hoorhier Kaat en Anna Schalkens van het Platteland, bezig met wat ze het beste kunnen.
Aanstaande dinsdag Morgen vliegt onze aardbol weer door de wolk ruimtegrind die daar door de komeet Tempel-Tuttle is achtergelaten. Het gevolg: de Leoniden, een enthousiaste zwerm vallende sterren uit de richting van het sterrenbeeld Leeuw (vandaar de naam dan ook hè). Dit gebeurt ieder jaar, maar deze keer is het verwachte aantal bovengemiddeld: tot 500 per uur, oftewel eentje om de zeven seconden! En dus ook een goeie kans op vuurballen. Als u nog wensen heeft liggen is dit het moment om ze er bij te halen.
De piek is rond negen uur ’s avonds. Regel een warme jas / vriendin / fles Coppelstock, ga naar een niet-lichtvervuild Frans bergdorp voor optimaal resultaat, en omhoog kijken maar!
Evaluatie 18-11-2009:
Nou, u heeft uitstekend gehoembawaia’d: het was kraakhelder hier boven Leiden. Dank daarvoor. Jammer genoeg had ik beter in mijn oud-Frygische woordenboek moeten kijken, waar heel duidelijk stond: hoembawaia (bn, arch.): 1. Flikker eens op met die wolken; 2. ~ en meteoren. Ik heb welgeteld één lichtstreepje langs de hemel gezien en dat kan nog best een musca volitans zijn geweest. Ik ga een Genootschap tegen de Lichtvervuiling oprichten. En tegen Hemelverschijnselen die zich niet aan de Afspraak Houden.
Het is maar zelden dat een computerspel mijn bekoring wekt. Ik bedoel, ik mag graag rondraggen in raceauto’s of een WOI-driedekker uit de lucht knallen, maar daar zou ik een ander predicaat dan ‘bekoring’ aan willen hangen. Heel soms echter duikt er een spel op waar niet anders dan de meest toegewijde estheten achter kunnen zitten. Grote kans dat we dan te maken hebben met een zogenaamde adventure: een wondere fantasiewereld waar je in wordt gedropt en waar je zelf maar moet uitzoeken wat je er te zoeken hebt of hoe je er weer uit komt. Doodmaken of -raken is niet mogelijk, hoe graag je dat misschien zou willen als je na elf pogingen nòg niet uit een puzzel komt. Maar de vreugde als je dan uiteindelijk toch de oplossing vindt is onvergelijkelijk, en de schoonheid van de fantasiewereld in kwestie is op zichzelf al een traktatie. En niet te vergeten: vroeg of laat heb je het spel uitgespeeld, zodat je weer naar buiten kunt om van de echte wereld te genieten.
In de jaren ’90 hadden we de adventures Myst en Riven (zie plaatjes hierboven), die eigenlijk nog steeds niet overtroffen zijn. Maar dit hier komt een heel eind in de buurt: Machinarium. Ik had het aanvankelijk van The Pirate Bay geript zoals elk gezond mens, maar dit is zo ontzettend mooi vormgegeven, en humoristisch bovendien, dat ik tot aanschaf ben overgegaan.
Aangenaam niet-braaf van sfeer, gezet in een duistere tekenstijl die aan Franquin en Dr Seuss doet denken, en tegelijkertijd luchthartig door de droge handelingen van het sullige robotje waarmee je door de wereld wandelt en de (eveneens robotische) personages die hij op zijn weg tegenkomt. Hier kunt u de demo spelen; ga daarna de volle versie kopen voor de flutprijs van 13 euro, want zo steunt u de toffe lieden die erin slagen de verschijnselen ‘computerspel’ en ‘bekoring’ bijeen te brengen!
(En voor één keer een pluskudo aan GeenStijl, want, eerlijk is eerlijk: via hen ben ik op dit spel gekomen.)
Ik kan nu ook audiobestanden opladen, dus binnenkort nu kunt u hier mijn creaties op geluidsgebied bezichtigen! Hier alvast even een testje: het eerste kwart van een repetitief stuk voor orgel in wording, gebaseerd op de vijf tonen uit Close Encounters of the Third Kind:
Voor mijn moeder.
En nog een gastpost, ofnouja, gastplaatje, op Blinde Schildpad.
Wat een vies woord eigenlijk, gastpost. Alternatieven iemand?